LIM Center, Aleje Jerozolimskie 65/79, 00-697 Warsaw, Poland
+48 (22) 364 58 00

Strijd tussen Nikon’s Full-Frame Systeemcamera’s: Z7 II vs Z6 III vs Z5 II (2025 Confrontatie)

Strijd tussen Nikon’s Full-Frame Systeemcamera’s: Z7 II vs Z6 III vs Z5 II (2025 Confrontatie)

Battle of Nikon’s Full-Frame Mirrorless: Z7 II vs Z6 III vs Z5 II (2025 Showdown)

Nikon’s full-frame Z-serie is snel volwassen geworden, en in 2025 biedt het opties van high-resolution vlaggenschepen tot budgetvriendelijke toppers. De 45,7MP Nikon Z7 II, de hybride allrounder 24,5MP Nikon Z6 III, en de prijsbewuste 24MP Nikon Z5 II richten zich elk op verschillende gebruikers. Hoe verhouden deze drie camera’s zich qua sensorprestaties, autofocus, ISO, video, bouwkwaliteit en gebruik in de praktijk? In deze uitgebreide vergelijking duiken we diep in de sterke en zwakke punten van elk model – inclusief de nieuwste firmware-updates, inzichten van reviewers, en waar ze staan in augustus 2025. Aan het einde weet je welke Nikon Z-camera het beste bij jouw behoeften past, en wat Nikon mogelijk hierna van plan is.

(Spoiler: Alle drie zijn uitstekend, maar elk blinkt uit op een ander vlak – van de verbluffende resolutie van de Z7 II, tot de alleskunner Z6 III, tot de ongelooflijke prijs-kwaliteitverhouding van de Z5 II.)

Sensor en Beeldkwaliteit (Resolutie, ISO, Dynamisch Bereik)

Nikon Z7 II: De Z7 II is Nikon’s high-megapixel werkpaard, met een 45,7MP backside-illuminated (BSI) full-frame sensor met een basis-ISO van 64 voor maximaal dynamisch bereik. Deze sensor levert ongelooflijk veel detail en weinig ruis bij lage ISO, waardoor de Z7 II een topkeuze is voor landschaps- en studiofotografen die de allerbeste beeldkwaliteit eisen. SLR Lounge noemde het zelfs “de beste landschapsfotografiecamera” dankzij de combinatie van resolutie en verbeterd ontwerp. Het dynamisch bereik is uitstekend – vergelijkbaar met de Nikon D850 – waardoor de Z7 II extreme details in hooglichten en schaduwen kan vastleggen. Met dubbele EXPEED 6-processoren kan hij die grote bestanden redelijk goed verwerken. Bij hogere ISO’s betekent de kleinere pixelgrootte van de Z7 II echter iets meer ruis per pixel dan bij zijn 24MP-broertjes. De native ISO loopt tot 25.600 (uitbreidbaar tot 102.400), en in de praktijk levert hij schone resultaten tot ISO 3200-6400, met ISO 64–400 die verbluffend schone, rijke beelden oplevert. Als je resolutie en dynamisch bereik prioriteert (bijvoorbeeld voor zonsopganglandschappen of grote prints), blijft de Z7 II uitblinken – DPReview merkt op dat voor maximale RAW-flexibiliteit bij landschappen, de resolutie (en het dynamisch bereik bij basis-ISO) van de Z7 II een voordeel geeft. Kortom, de Z7 II levert uitstekende beeldkwaliteit die we “bijna als vanzelfsprekend beschouwen” bij moderne full-frame camera’s.

Nikon Z6 III: De Z6 III beschikt over een nieuwe 24,5MP “gedeeltelijk gestapelde” BSI CMOS-sensor – een ontwerp dat voor het eerst wordt gebruikt en de snelheid verhoogt zonder concessies te doen aan de beeldkwaliteit. Deze sensor draait niet om het aantal megapixels, maar om gebalanceerde prestaties. 24MP is ruim voldoende voor de meeste toepassingen (6000×4000 resolutie), en het geeft de Z6 III uitstekende prestaties bij weinig licht en beheersbare bestandsgroottes. De native ISO loopt van 100–64.000 (uitbreidbaar tot 50–204.800), waardoor het op papier een krachtpatser bij weinig licht is. In de praktijk zijn de prestaties bij hoge ISO-waarden uitstekend – gelijk aan of beter dan zijn voorganger. Het BSI-ontwerp en de vernieuwde EXPEED 7-processor zorgen voor uitstekende ruisonderdrukking en kleurgetrouwheid bij hoge ISO’s. Een nadeel van het gestapelde ontwerp is echter iets meer uitleesruis bij de basis-ISO, wat de maximale dynamische range met een kleine hoeveelheid vermindert. DPReview merkte op dat het detail in diepe schaduwen iets beperkter is dan bij sensoren met een langzamere uitlezing; zij noemen “piek dynamisch bereik lager dan concurrenten” als een nadeel. Het verschil is voor de meeste fotografen klein, maar als je graag schaduwen opentrekt in RAW-bestanden van lage ISO-opnames, levert de Z6 III misschien een halve stop dynamisch bereik in ten opzichte van de Z7 II of een Sony A7 IV. Opvallend is dat de basis-ISO van de Z6 III 100 blijft (in tegenstelling tot de 64 van de Z7), waardoor hij niet hetzelfde hooglichtbereik haalt. Desondanks concludeerde Richard Butler van DPReview dat “met de breedte van zijn mogelijkheden, [de Z6 III is] de meest allround capabele camera in zijn klasse,” en de beeldkwaliteit is meer dan voldoende voor het overgrote deel van de toepassingen. Sterker nog, een vroege recensent noemde het “de meest complete prijs-kwaliteitcamera van deze generatie” – even goed in zowel foto als video (volgens Jared Polin) – waarmee wordt onderstreept dat Nikon hier een mooie balans heeft gevonden. Voor de meeste gebruikers bieden de 24MP-bestanden van de Z6 III precies het juiste: uitstekende dynamische range (al is het iets minder dan de Z7 II bij basis-ISO) en sterke prestaties bij hoge ISO met weinig ruis. Bovendien introduceert de Z6 III zelfs een Pixel-Shift High-Res-modus voor statiefgebruik, waarmee meerdere opnames kunnen worden gecombineerd om Bayer-interpolatie te vermijden of ultra-gedetailleerde beelden te maken die verder gaan dan 24MP. Dit helpt het resolutiegat te overbruggen indien nodig (hoewel het statische onderwerpen en Nikon-software vereist om te combineren). Conclusie: de sensor van de Z6 III levert veelzijdige, hoogwaardige output – misschien niet helemaal zoveel puur dynamisch bereik als de Z7 II, maar met superieure snelheid (zoals we zullen zien) en uitstekende prestaties bij weinig licht.

Nikon Z5 II: De Z5 II gebruikt een 24,3MP BSI CMOS-sensor die in wezen is overgenomen van de Nikon Z6 II en Zf. Dit is belangrijk, omdat de originele Z5 (2020) een oudere non-BSI sensor gebruikte – en de upgrade betekent dat de sensorprestaties van de Z5 II sterk verbeterd zijn ten opzichte van zijn voorganger. Het is nog steeds 24 megapixels (ongeveer dezelfde resolutie als de Z6 III), maar doordat het BSI is, heeft het een betere lichtopname en snellere uitlezing dan de oude Z5-sensor (die “uit het begin van de jaren 2010 kwam” en moeite had met rolling shutter). Het resultaat? De Z5 II biedt nu uitstekende beeldkwaliteit die gelijk is aan Nikon’s andere 24MP full-frame modellen. Sterker nog, Imaging Resource merkte op dat hij “dezelfde ultrahoge beeldkwaliteit biedt als de duurdere modellen”. De native ISO loopt tot 64.000 (nog verder uit te breiden), identiek aan het bereik van de Z6 II, en dankzij de BSI-technologie is de prestaties bij weinig licht sterk. Je kunt schone beelden verwachten bij ISO-waarden in de lage duizenden en bruikbare resultaten daarboven met wat ruisonderdrukking. Het dynamisch bereik krijgt ook een boost ten opzichte van de originele Z5 – de nieuwere sensor heeft merkbaar meer speelruimte, vooral in de schaduwen, voordat ruis zichtbaar wordt. Hoewel we nog geen laboratoriummetingen hebben gezien, is het veilig om te zeggen dat de RAW-bestanden van de Z5 II zeer goed presteren, waarschijnlijk gelijk aan de Z6 II/Zf (ongeveer 14 stops dynamisch bereik bij basis-ISO). De basis-ISO is 100 (geen ISO64-optie hier), dus hij haalt niet helemaal de highlight headroom van de Z7 II, maar voor een “instapmodel” is het uitstekend. DPReview stelde in hun test simpelweg dat de Z5 II “uitstekende beeldkwaliteit” levert – een “niveau van uitmuntendheid dat we tegenwoordig vanzelfsprekend vinden” bij full-frame. Een subtiele winst: de backside-illumination van de Z5 II zorgt ook voor een snellere sensoruitlezing, wat niet alleen gunstig is voor burst shooting (hierna besproken) maar ook voor video en het vermindert rolling shutter-artifacten. Samengevat: de Z5 II presteert veel beter dan je zou verwachten qua beeld: 24MP levert nog steeds fantastische foto’s met veel detail, dynamisch bereik en prestaties bij weinig licht voor deze prijs. Tenzij je absoluut 45+ MP nodig hebt, zul je niet teleurgesteld zijn door de bestanden uit deze camera.

Dynamisch bereik en kleur: Alle drie de camera’s gebruiken Nikon’s nieuwste kleurwetenschap en 14-bit RAW-opties, dus de kleurweergave is natuurlijk en flexibel. De Z7 II, met zijn dual gain sensor en ISO64-basis, is de koning van het dynamisch bereik – ideaal voor het terughalen van schaduwen in scènes met hoog contrast. De Z6 III levert wat schaduwruimte in voor snelheid; zoals DPReview opmerkt, is zijn dynamisch bereiklimiet nog steeds “buiten wat normaal in een JPEG zou zitten,” dus alleen wie extreem bewerkt zal het verschil merken. De Z5 II zit ertussenin: zeer goed dynamisch bereik en waarschijnlijk vergelijkbaar met de oudere Z6 II (veel fotografen gebruikten de Z6 II probleemloos voor landschappen). Alle drie kunnen 14-bit ongecomprimeerde of verliesloos gecomprimeerde NEF-bestanden schieten voor maximale kwaliteit. In de praktijk is de feedback uit de community positief – een landschapsfotograaf die zowel de Z6 II als Z6 III gebruikt, merkte “nauwelijks verschil in gedrag” op qua dynamisch bereik in het echte leven, en dat moderne RAW denoise-tools eenvoudig compenseren als je schaduwen moet oplichten. Met andere woorden: Nikon’s sensoren hebben nu zo’n hoge basisbeeldkwaliteit dat de verschillen subtiel zijn. De belangrijkste conclusie: Z7 II leidt qua resolutie en dynamisch bereik bij basis-ISO (geweldig voor gedetailleerde, hoge DR-scènes), Z6 III zit er in de praktijk heel dicht bij en voegt snelheid toe, en Z5 II levert professionele beeldkwaliteit voor een fractie van de prijs.

Autofocus en burst shooting

Een van de grootste ontwikkelingen in deze modellen is de autofocus (AF)-prestatie en de snelheid van continu-opnamen. De mirrorless AF van Nikon begon degelijk en is tegen 2024–2025 echt concurrerend geworden, vooral dankzij de EXPEED 7-processor en verbeterde algoritmes. Laten we vergelijken:

Nikon Z7 II (EXPEED 6, 2020): De Z7 II introduceerde een 493-punts hybride AF-systeem dat ongeveer 90% van het beeld beslaat. Dit was een stap vooruit ten opzichte van de eerste generatie Z7, met verbeterde oogdetectie (voor mensen en dieren) en iets betere tracking. Voor statische en matig bewegende onderwerpen is de AF van de Z7 II erg goed – SLR Lounge prees zelfs de “uitstekende autofocus” en vond de gezichts-/oogdetectie “best indrukwekkend” voor bruiloftsfotografie. Echter, naar de maatstaven van 2025 is de AF van de Z7 II het meest verouderde aspect. Het mist de geavanceerde AI-onderwerpherkenning van nieuwere modellen en kan moeite hebben met snelle, grillige onderwerpen. Firmware-updates hielpen wel; Nikon voegde een rudimentaire 3D Tracking-modus toe in firmware v1.40+ (die DSLR-achtige sticky focus nabootst) en verbeterde de oogdetectie voor dieren via updates. Toch is de Z7 II, vergeleken met de Z6 III en Z5 II (die we straks zien met Nikon’s nieuwste AF), een generatie achter. Hij presteert goed voor portretten, landschappen en algemeen gebruik – scherpstellen bij licht tot -4 EV is mogelijk – maar voor vogels-in-vlucht of sport is hij minder betrouwbaar. Continu-opnamen bij de Z7 II halen maximaal 10 fps (met AF/AE-tracking) in de uitgebreide modus. In de praktijk kan die snelheid dalen als je 14-bit RAW of volledige focus-tracking wilt; desalniettemin was 10 fps in 2020 indrukwekkend voor een hoge-resolutiecamera. De buffer biedt ruimte voor ongeveer 40–50 RAW-opnamen voordat de snelheid afneemt (dankzij dubbele processors en CFexpress-ondersteuning). Al met al kan de Z7 II matige actie aan, maar het is geen snelheidsmonster. Als je vooral single-shot of langzame reeksen schiet, is hij prima. Maar zoals Nikon zelf aangaf, is de Z7 II de “grote broer” van de Z6-serie – wat betekent dat de Z6-modellen meer gericht zijn op snelheid en weinig licht.

Nikon Z6 III (EXPEED 7, 2024): Hier wordt het spannend. De Z6 III erft Nikon’s geavanceerde AF-systeem van de topmodellen Z9/Z8 en de retro Zf, aangedreven door deep-learning-algoritmes. Het herkent 9 soorten onderwerpen (mensen, dieren, vogels, auto’s, motorfietsen, fietsen, treinen, vliegtuigen en specifiek oog/gezicht) en doet dit zowel voor foto’s als video. In de woorden van Nikon is de AF van de Z6 III “zeer nauwkeurige, snelle autofocus” die ongeveer 3× sneller kan scherpstellen dan de vorige generatie bij weinig licht. Het introduceert eindelijk 3D Tracking-modus in de Z6-lijn: je kunt een klein scherpstelvak plaatsen en de camera blijft dat onderwerp volgen terwijl het beweegt, net als een DSLR – een functie die DPReview “geweldig dat het eindelijk is gekomen” noemt en in moderne systemen eigenlijk de standaardmethode is. De onderwerpdetectie van de Z6 III is indrukwekkend: hij vindt gemakkelijk ogen en gezichten (zelfs met een bril of gedeeltelijke belemmering) en volgt dieren moeiteloos. DPReview’s test vond de AF van de Z6 III “zeer goed” in het volgen van snelle actie – ze fotografeerden voetballers en merkten op dat de camera het doel goed vasthield, alleen een beetje moeite had wanneer een onderwerp snel recht op de camera af kwam. In de auto onderwerpdetectiemodus deed hij het zelfs beter met het vastleggen van ogen dan handmatige 3D-tracking in hun test. Dat gezegd hebbende, het is net niet op het niveau van de topmodellen: de Z6 III heeft niet de speciale “vogel”-modus van de Z9 (vogels vallen onder de algemene dierenmodus) en mist een focuslimietfunctie, wat betekent dat zeer kleine of verre onderwerpen hem soms even kunnen verwarren. Zo merkte DPReview op dat bij vogels in vlucht tegen drukke achtergronden, de Z6 III de vogel kon identificeren maar soms aarzelde om de initiële focus te pakken tot de lens ongeveer op de juiste afstand had gezocht. Eenmaal scherpgesteld, was het volgen “zeer goed”, maar het kan een fractie van een seconde missen in uitdagende omstandigheden. Ondanks deze kleine kanttekeningen is de autofocus een grote sprong vooruit ten opzichte van de Z6 II – Imaging Resource zegt dat het “significante verbetering” laat zien en is overgenomen van de mogelijkheden van de Z8, inclusief geavanceerde dieren-/vogeldetectie. In weinig licht blinkt de Z6 III ook uit: hij kan scherpstellen tot -6 EV of beter, en een recensent merkte op dat hij “direct scherpstelde” zelfs op lastige onderwerpen in donkere, neonverlichte scènes. De burst-opname is even indrukwekkend: de Z6 III schiet met 14 fps met volledige AF/AE met de mechanische sluiter, of 20 fps met elektronische sluiter – en kan tot 1000 RAW-beelden vasthouden dankzij de snelle CFexpress-sleuf en grote buffer. Voor nog snellere actie biedt hij een 60 fps burst in full-res JPEG, en een waanzinnige 120 fps burst in DX-modus (uitgesneden 11MP JPEG) en.wikipedia.org. Deze snelheden benaderen het topsegment van Nikon. Sport- en natuurfotografen zullen waarderen dat 14 fps RAW beschikbaar is met de mechanische sluiter (geen rolling shutter-problemen), en 20 fps e-sluiter kan worden gebruikt met minimale vervorming dankzij de snelle sensoruitlezing. Kortom, de Z6 III is een mini-snelheidsmachine – DPReview noemde het “een veel capabelere actiecamera” dan zijn voorganger. Hij kan moeiteloos sport, vogels en elk snel moment aan, en overtreft de Z7 II en Z5 II qua pure snelheid. De consensus van reviewers is dat Nikon “het eindelijk heeft gedaan” – ze hebben een middenklasse camera gemaakt die kan concurreren met topmodellen op het gebied van focus en snelheid. Chris Niccolls van PetaPixel zei zelfs dat de Z6 III “lijkt gebouwd om de strijd in het $2.500-middensegment te winnen… en slaat als een topmodel.”

Nikon Z5 II (EXPEED 7, 2025): Ondanks dat het het “instap”model is, is de autofocus van de Z5 II allesbehalve traag – het is in wezen hetzelfde systeem als de Z6 III/Z8, afgestemd op een iets minder snelle sensor. Nikon heeft de Z5 II de volledige EXPEED 7-processor en dezelfde deep-learning AF-algoritmes gegeven. Hij detecteert automatisch 9 onderwerpstypes, net als de Z9, waaronder mensen (ogen/gezicht/hoofd), dieren, vogels en voertuigen. Dit is een enorme upgrade ten opzichte van de originele Z5, die zeer beperkte onderwerp-AF had. In de praktijk voelt de Z5 II qua focusgedrag als een “baby Z8”. Imaging Resource’s hands-on meldde dat de AF “onmiddellijk” was, zelfs bij weinig licht, en moeiteloos de ogen van een Gene Simmons-beeld (met zware make-up!) kon vastleggen en onderwerpen in een arcade eenvoudig kon volgen. Ook werd opgemerkt dat de Z5 II geavanceerde onderwerpherkenning en zelfs functies als AF-A-modus heeft overgenomen – interessant genoeg heeft Nikon voor het eerst een AF-A auto-selectiemodus toegevoegd aan een full-frame mirrorless, waarbij de camera automatisch schakelt tussen enkelvoudige en continue AF indien nodig. Dit kan handig zijn bij onvoorspelbaar bewegende onderwerpen, een functie die is overgenomen uit de DSLR-tijd van Nikon. Daarnaast heeft de Z5 II 3D Tracking, net als de Z6 III, en Nikon adverteert dat hij onderwerptracking kan behouden tot 14 fps. Wat betreft die snelheid: de Z5 II is beoordeeld op 11 fps continu-opnamen in RAW met de mechanische sluiter – een enorme sprong ten opzichte van de 4,5 fps van de originele Z5. In een JPEG-only High-Speed burst-modus kan hij 30 fps schieten (met Pre-Release Capture die tot 1 seconde aan beelden buffert voordat je de sluiter volledig indrukt). Die pre-buffer betekent dat je “nooit een cruciaal moment mist”, zelfs als je reflexen traag zijn. (Opmerking: 30 fps op de Z5 II is alleen JPEG en waarschijnlijk 12-bit uitlezing, maar het is geweldig om het piekmoment van de actie vast te leggen.) In tegenstelling tot de Z6 III heeft de Z5 II geen 20 fps RAW- of 120 fps-modi, en zal de buffer langzamer leeg zijn vanwege de dubbele SD-kaarten. Maar toch – 11 fps met volledige AF-C op een camera van $1699 is uitstekend. In vergelijkende tests houdt de Z5 II zich goed staande. DPReview beoordeelde de AF als “zeer goed voor een reeks onderwerpen”, en merkte op dat met de nieuwste algoritmes de Z5 II “enorm verbeterd” is ten opzichte van het origineel – “3D Tracking-modus werkt beter, zelfs voordat je onderwerpherkenning inschakelt.”. Ze vonden de AF van Nikon in deze nieuwere modellen over het algemeen behoorlijk betrouwbaar, zelfs vergeleken met concurrenten. De belangrijkste beperkingen voor de Z5 II in actiemomenten zijn waarschijnlijk (a) een kleinere buffer – 11 fps RAW schieten vult de buffer relatief snel in vergelijking met de Z6 III, aangezien de Z5 II SD-kaarten (UHS-II) gebruikt die, hoewel dubbel, niet zo snel zijn als CFexpress; en (b) viewfinder-blackout of verversingssnelheid – de EVF van de Z5 II is slechts 60 Hz (daarover later meer), dus het volgen van zeer snelle bewegingen ziet er misschien niet zo vloeiend uit als bij de 120 Hz-zoekers van hogere modellen. Maar dat zijn kleine kanttekeningen gezien de prijs. In de praktijk kan de Z5 II prima rennende kinderen, spelende huisdieren of informele sport en wildlife fotograferen. Kortom: Nikon heeft de Z5 II autofocusfuncties van vlaggenschipniveau en zeer solide burst-snelheden gegeven, waarmee het opnieuw definieert wat een “instap” full-frame kan doen. Zoals een kop van Luminous Landscape het verwoordde: “de Nikon Z5 II herdefinieert wat instapniveau betekent door professionele functies naar een betaalbaar prijsniveau te brengen.”

Samenvatting van burst-snelheid en buffer: Samengevat is de Z6 III de snelheidskampioen (tot 14 bps RAW, 20 bps elektronisch, enorme buffer) – ideaal voor actiefotografen die geen ultraresolutie nodig hebben. Z5 II komt verrassend dicht in de buurt qua dagelijkse prestaties: 11 bps RAW is voor veel gebruikers voldoende, en 30 bps JPEG met pre-capture is een bonus om vluchtige momenten vast te leggen. Z7 II is de traagste met 10 bps en is niet ontworpen voor langdurige reeksen, maar kan nog steeds snelle actie vastleggen in korte uitbarstingen. Elk model heeft een AF-joystick en geavanceerde tracking-modi (waarbij Z6 III/Z5 II profiteren van de nieuwste 3D-tracking en onderwerp-AI). Als je veel sport, vogels of snelle actie fotografeert, is de Z6 III de duidelijke winnaar – hij “presteert zoveel beter en heeft zoveel meer functies” dan de vorige generatie dat Nikon hem bijna een nieuwe naam had kunnen geven. Maar de Z5 II bewijst dat je 95% van die capaciteit voor een fractie van de prijs kunt krijgen, met slechts kleine compromissen in bufferdiepte en EVF-vloeiendheid. En de Z7 II, hoewel perfect capabel bij matige beweging, voelt nu meer als de grote resolutiecamera die indien nodig ook actie aankan, in plaats van een echte actiecamera. Het is het vermelden waard dat voor video-autofocus, de Z6 III in het bijzonder toonaangevend is – DPReview merkte op dat het “waarschijnlijk de beste in zijn klasse” is voor betrouwbare video-AF onder zijn concurrenten (binnenkort meer over video).

ISO-prestaties en fotograferen bij weinig licht

Fotograferen bij weinig licht is een gebied waarin de full-frame sensoren van Nikon traditioneel uitblinken, en deze drie camera’s hebben elk sterke hoge ISO-capaciteiten – waarbij de nieuwere modellen de grenzen verleggen dankzij BSI en verbeterde verwerking.

  • Z7 II: Met zijn 45MP sensor heeft de Z7 II een native ISO-bereik van 64–25.600. De basis-ISO van 64 levert ongelooflijk schone beelden op bij goed licht, maar bij weinig licht kan het hoge aantal pixels ruis vertonen bij 100% weergave. Toch houdt de Z7 II zich, wanneer je downsamplet of vergelijkt op afdrukformaat, goed staande tegenover 24MP-modellen tot op zekere hoogte. De meeste gebruikers vinden ISO 3200–6400 bestanden bruikbaar na ruisreductie, en ISO 12.800 is de bovengrens voor kritisch werk. Omdat het geen BSI-stacked ontwerp is, is de uitleesruis zeer laag bij de basis, maar neemt geleidelijk toe. De dual-gain architectuur treedt in werking rond ISO 320 op de Z7 II, waardoor het dynamisch bereik goed blijft bij midden-ISO’s. In zeer weinig licht mist de Z7 II het voordeel van de nieuwere Subject Detection AF; toch kan hij nog scherpstellen tot ongeveer -3 tot -4 EV met een f/2-lens, wat de meeste donkere scènes dekt (denk aan maanverlichte landschappen of donkere recepties). Voor astrofotografie is de combinatie van hoge resolutie en lage uitleesruis bij ISO 64/100 van de Z7 II uitstekend; veel nachtfotografen hebben hem gebruikt voor gedetailleerde sterrenbeelden (vaak met gestapelde belichtingen). Samengevat zijn de hoge ISO-prestaties van de Z7 II zeer goed gezien de resolutie – maar de Z6 III en Z5 II, met minder en grotere pixels, hebben een voordeel in extreme situaties met weinig licht.
  • Z6 III: Deze camera is gebouwd met weinig licht en snelheid in gedachten. De 24,5MP sensor is BSI en gedeeltelijk gestapeld, wat betekent dat hij iets minder ruis en een snellere uitlezing zou moeten hebben dan oudere 24MP chips. De native ISO gaat tot 64.000 (en een absurde 204.800 uitgebreid). In de praktijk kunnen ISO 6400, 12.800, zelfs 25.600 op de Z6 III bruikbare beelden opleveren voor sociale media of noodsituaties, vooral met moderne ruisonderdrukkingssoftware. Chris Niccolls (PetaPixel) merkte na testen in de praktijk op dat de Z6 III “veel nieuwe technologie” heeft en dat zijn prestaties bij weinig licht uitstekend zijn – ze fotografeerden in donkere omgevingen zoals een bewolkt strand en een Japanse tuin zonder problemen. De camera heeft ook verbeterde in-body stabilisatie (8 stops, zie volgende sectie) wat helpt om lagere ISO’s te gebruiken door langzamere sluitertijden uit de hand mogelijk te maken. Bij scherpstellen geeft Nikon aan dat hij tot -7 EV gaat (met een f/1.2 lens) – wat in feite bijna volledige duisternis betekent. De autofocus bij weinig licht op de Z6 III maakte indruk op testers: hij stelde direct scherp op onderwerpen in een donkere speelhal en had volgens een Tony & Chelsea Northrup videoreview slechts “een beetje moeite” bij continu AF in zeer weinig licht. Als je echt naar de extreme ISO’s (51k, 102k) gaat, zie je veel ruis en kleurverschuiving – dat is onvermijdelijk – maar de camera geeft je de optie als het echt nodig is. Belangrijk is dat de nieuwe sensor van de Z6 III niet de beeldkwaliteit bij hoge ISO heeft opgeofferd voor snelheid – hij “behoudt [de lagere rolling shutter waarde van de Z6 II] en prestaties bij weinig licht…zonder naar de extreem dure Z8 stacked chip te gaan” zoals PetaPixel uitlegde. Je kunt dus toonaangevende resultaten bij weinig licht verwachten, die kunnen wedijveren met of beter zijn dan de Canon R6 II en Sony’s 24MP modellen. Inderdaad, een van Nikons marketingpunten voor de Z6 III is zijn prestaties in donkere scènes; trouw- en evenementfotografen kunnen er met veel vertrouwen mee werken.
  • Z5 II: De sensor van de Z5 II, die in wezen die van de Z6 II is, biedt ook uitstekende prestaties bij weinig licht – een enorme verbetering ten opzichte van de originele Z5 die oudere technologie had. Hij is beoordeeld tot ISO 51.200 native voor video en 64.000 voor foto’s. Nikon promoot specifiek het “grotere vermogen van de Z5 II om te reageren op donkere scènes,” en beweert dat de BSI-sensor en EXPEED 7 aanzienlijk minder ruis opleveren, waardoor texturen en details behouden blijven, zelfs in donkere binnenruimtes of nachtsituaties. In onze ervaring levert de Z5 II schone, levendige beelden tot ISO 6400 of 12.800, vergelijkbaar met wat de Z6 II kon (wat wil zeggen: erg goed). Imaging Resource’s first look nam de Z5 II mee naar een bijna lege, donkere speelhal/museum om hem te testen – ze waren “onder de indruk” van hoe goed hij omging met het slechte licht, en hoe de JPEG-uitvoer kleuren behield en scherpstelde op ogen, zelfs als ze in neonlicht baadden. Dat suggereert dat de verwerking van de camera (en mogelijk on-sensor fasedetectie) robuust is tegen uitdagingen bij weinig licht. Natuurlijk zullen de resultaten bij zeer hoge ISO’s ruis bevatten – een 24MP full-frame kan de natuurkunde niet tarten – maar met RAW + ruisonderdrukking kun je bruikbare foto’s maken in omstandigheden die voorheen onmogelijk waren zonder flits. Voor videografen is de hoge ISO-limiet van de Z5 II 51.200; Nikon vermeldt dat hij “goed presteert bij hoge gevoeligheden, voor aanzienlijk minder ruis” ook in 4K-video. We bespreken video later uitgebreider, maar het is het vermelden waard dat alle drie de camera’s 10-bit Log-opname toestaan (Z6 III en Z5 II intern, Z7 II via extern), wat helpt om de toonwaarden bij weinig licht maximaal te behouden. Als je een nachtfotograaf bent met een beperkt budget, biedt de Z5 II opmerkelijke prestaties bij weinig licht voor $1.699 – je krijgt echt full-frame hoge ISO-voordelen ten opzichte van elke APS-C of oudere full-frame in zijn klasse (de Canon EOS R8, bijvoorbeeld, gaat ook tot ISO 102.400 maar heeft geen IBIS en een minder robuuste bouw).

AF bij weinig licht: Het is één ding om beelden vast te leggen bij weinig licht, iets anders om scherp te stellen. Hier hebben de nieuwere camera’s ook een voorsprong. De Z6 III en Z5 II gebruiken beide Nikon’s nieuwste AF-algoritme, getraind voor scherpstellen in donkere scènes. Nikon beweert dat de Z5 II in één derde van de tijd scherpstelt die het origineel nodig had onder dezelfde omstandigheden met weinig licht. De anekdote van Imaging Resource bevestigt dit: “autofocus was direct” zelfs wanneer het onderwerp een donker, contrastrijk standbeeld was in zwak licht. De Z7 II kan bij weinig licht soms zoeken, vooral met tragere lenzen, hoewel firmware-updates de betrouwbaarheid van oog-AF bij weinig licht hebben verbeterd. Alle drie hebben een AF-hulplicht indien nodig, maar over het algemeen zal de Z6 III scherpstellen in bijna volledige duisternis waar de Z7 II nog zou zoeken.

Samengevat is de hoge ISO-prestatie van het trio uitstekend, waarbij de 24MP-modellen de schoonste extreme-ISO-beelden leveren. De Z6 III en Z5 II zijn werkpaarden voor evenementen bij weinig licht, concertfotografie, astrofotografie, enzovoort, dankzij hun sensortechnologie en 5-assige stabilisatie die helpt te voorkomen dat je de ISO te hoog moet zetten. De Z7 II is ook zeker niet slecht; het vereist alleen wat meer zorg (en opslagruimte voor die grotere bestanden). Als actie bij weinig licht cruciaal is (bijvoorbeeld indoorsporten), is de combinatie van ISO + AF + burst van de Z6 III de duidelijke keuze. Maar als je vooral statische scènes bij weinig licht fotografeert (nachtelijke stadsgezichten, melkweg), kan de basis-ISO 64 en het enorme detail van de Z7 II juist voordelig zijn – je kunt langere belichtingen doen bij lagere ISO.

Kort gezegd: Met alle drie kun je foto’s maken in donkere situaties die een paar jaar geleden onmogelijk waren. Nikon heeft het speelveld op het gebied van prestaties bij weinig licht grotendeels gelijkgetrokken, en de verschillen zijn nu vooral verfijningen.

Videofuncties en prestaties

Video is een gebied waar Nikon in deze generatie enorme stappen heeft gezet. Elk van deze camera’s kan 4K en hoger filmen, maar ze verschillen in maximale resoluties, framerates en codec-ondersteuning. Laten we de videomogelijkheden op een rijtje zetten:

Nikon Z7 II: Als het oudste model hier heeft de Z7 II de meest beperkte videofunctieset volgens de standaarden van 2025, maar hij is nog steeds behoorlijk capabel voor algemeen gebruik. Hij kan opnemen tot 4K UHD bij 60p, zij het met een lichte ~1,08× crop (ongeveer 93% sensorbreedte). Bij 4K 30p en lager wordt de volledige sensorbreedte gebruikt (oversampling van ~6K) voor scherp beeldmateriaal. De 4K60 op de Z7 II werd toegevoegd via firmware en gebruikt ofwel pixel-binning of een lichte crop om de datastroom te beheren; de beeldkwaliteit bij 4K60 is degelijk maar niet zo scherp als de oversamplede 4K30. Full HD kan tot 120p voor slow motion. De Z7 II neemt intern op in 8-bit 4:2:0 (H.264-codec) maar belangrijker is dat hij 10-bit 4:2:2 kan uitvoeren via HDMI naar een externe recorder. Hij ondersteunt ook N-Log gamma extern en, met een betaalde upgrade, ProRes RAW of Blackmagic RAW output op externe recorders – functies die geavanceerd waren bij de lancering. In wezen kan een Z7 II gekoppeld aan een Atomos Ninja V 4K30 12-bit RAW video leveren (met gebruik van de volledige sensor). Intern ben je echter beperkt tot 8-bit. Er is geen in-camera 10-bit of H.265 op dit model. De Z7 II mist ook enkele moderne tools – geen waveform of vectorscope, hoewel hij wel focus peaking en zebras heeft. De autofocus in video is oké voor statische scènes, maar niet zo goed als bij de nieuwere modellen; hij kan gezichts-/oog-AF in video, maar de betrouwbaarheid voor snel bewegende onderwerpen of rack focus is niet toonaangevend. Sony’s A7 IV en Canon’s R5 overtroffen hem in video-AF. Interessant is dat de Z7 II niet snel oververhit raakt dankzij de grote behuizing – je kunt meestal opnemen tot de batterij of kaart vol is (ca. 80-90 min bij 4K). Rolling shutter in 4K is gemiddeld (de sensoruitlezing ~1/60s in full frame) – je ziet wat vervorming bij snelle bewegingen, maar bij 60p met de lichte crop verbetert dit. Samengevat is de video van de Z7 II van hoge kwaliteit (vooral 4K30 full-frame die oversampled en zeer gedetailleerd is), geschikt voor bijvoorbeeld landschappen, interviews of b-roll, maar het mist de moderne 10-bit interne opname en de snelste AF van latere modellen. In 2025 zijn het “redelijke (of geweldige) videospecificaties” maar niet toonaangevend.

Nikon Z6 III: Hier heeft Nikon alles uit de kast gehaald voor video. De Z6 III is waarschijnlijk de meest op video gerichte Nikon onder de vlaggenschepen, en wordt vaak een hybride werkpaard genoemd. Belangrijkste specificaties: hij kan 6K-video opnemen tot 60 fps in Nikon’s 12-bit N-RAW-formaat, en 6K tot 30p in ProRes RAW HQ. Die 6K gebruikt de volledige sensoruitlezing (6048×4032) en wordt gedownsampled naar 6K (niet pixel-binned), wat extra detail oplevert of herkaderringen voor 4K-levering mogelijk maakt. Voor standaardformaten biedt de Z6 III 4K tot 120 fps: 4K60p kan worden vastgelegd met de volledige breedte in H.265 10-bit (er wordt ook melding gemaakt van een 5.4K/60p-modus), en 4K120p gebruikt een 1,5× DX-crop (feitelijk door het uitlezen van een APS-C-regio op 120fps). Je hebt ook 1080p tot 240 fps voor super slow-mo. Belangrijk is dat al deze modi intern kunnen worden opgenomen. De Z6 III neemt intern 10-bit 4:2:2-bestanden op in H.265 of H.264, met N-Log of HDR (HLG) profielen. Er is geen externe recorder nodig om hoge kwaliteit te krijgen – dit is een enorme verbetering ten opzichte van de vorige generatie. Hij heeft zelfs interne N-RAW (dezelfde TicoRAW-gebaseerde codec als de Z9) – hoewel je voor N-RAW op 6K60 een snelle CFexpress-kaart nodig hebt en veel opslagruimte verbruikt. Rolling shutter is sterk verbeterd dankzij de snellere uitlezing; de gedeeltelijke stack-sensor van de Z6 III is snel genoeg dat flitssynchronisatie met e-sluiter 1/60s is, wat impliceert dat hij de volledige sensor uitleest in ~1/60s. Dit is ongeveer gelijk aan een Canon R6 II (wat uitstekend is) en veel beter dan oudere high-res camera’s. DPReview’s videotests vonden dat de beelden van de Z6 III bij basis ISO N-Log erg schoon waren en goed standhielden tegenover concurrenten – ze merkten zelfs op dat de schaduwruis in N-Log iets schoner is dan die van de Canon R6 II in een directe vergelijking. Ze prezen ook de video-autofocus: “qua AF-betrouwbaarheid voor video is [de Z6 III] waarschijnlijk de beste in zijn klasse” eind 2024. Tony Northrup’s review bevestigt dit en benadrukt de soepele en zelfverzekerde video-AF van de Z6 III, die alleen in zeer weinig licht een beetje moeite heeft in vergelijking met de low-light koning A7S III. De camera biedt ook alle essentiële videotools: focus peaking, zebras, fijne ISO-regeling in de handmatige videomodus, en aangepaste Picture Controls (inclusief het nieuwe Flexible Color profiel voor creatieve looks). Hij heeft een full-size HDMI 2.1-poort voor externe output indien nodig, plus zowel microfoon- als hoofdtelefoonaansluitingen. Met de 8.0-stop IBIS en elektronische VR is handheld video zeer stabiel, bijna gimbal-achtig soepel bij matige beweging. Fstoppers vat samen dat de Z6 III “indruk maakt met zijn 6K/60p…vooral nuttig voor wildlifefotografie (inzoomen terwijl de kwaliteit behouden blijft)” en het enige nadeel dat werd genoemd was dat AF bij zeer weinig licht soms wat kan zoeken. Oververhitting lijkt geen probleem te zijn; de grote behuizing van de Z6 III voert warmte goed af, en 6K N-RAW-opname wordt eerder beperkt door de kaartcapaciteit dan door temperatuur. Al met al is de Z6 III een krachtige hybride cameraDPReview ging zelfs zo ver om te zeggen dat het “een aanzienlijk verbeterde videocamera is…met toonaangevende AF…en bijpassende fotoprestaties”, waardoor het waarschijnlijk de beste allround systeemcamera is in de $2k–$2,5k-klasse voor mensen die zowel foto’s als video maken.

Nikon Z5 II: Je zou verwachten dat het “instapmodel” zou bezuinigen op video, maar Nikon heeft de Z5 II hier echt naar moderne standaarden gebracht. De originele Z5 was beperkt: hij had 4K alleen op 30p met een forse 1,7× crop en geen 10-bit of log intern, waardoor het geen goede keuze was voor serieuze video. De Z5 II lost dat allemaal op. Hij biedt 4K tot 60p, met full-width uitlezing op 4K30 en een bescheiden 1,5× APS-C crop op 4K60. Dat is gelijk aan wat de Z6 II kon, maar nu op een instapmodel. Full HD gaat tot 120p voor slow-motion. En cruciaal: de Z5 II ondersteunt interne 10-bit opname – inclusief N-Log en HLG-profielen – en zelfs interne N-RAW naar SD-kaart (een primeur voor Nikon). Volgens de specificaties van Nikon kun je 12-bit N-RAW tot 4K30 (4032×2268) rechtstreeks opnemen op een UHS-II SD-kaart op de Z5 II. Dit is verbazingwekkend in deze prijsklasse – geen van zijn directe concurrenten (Canon R8, Sony A7C II) biedt interne RAW-video. Om volledig te zijn: er zijn enkele beperkingen; de voetnoten geven aan dat N-RAW naar SD beschikbaar is bij specifieke “4K” framegroottes (rond 4K/24/25/30 en DX 4K/24/25/30) en alleen bij “Normale” kwaliteit. Dit suggereert dat de N-RAW van de Z5 II een iets lagere datarate heeft, waarschijnlijk om te voorkomen dat de schrijfsnelheid van de SD-kaart wordt overschreden. Toch is het echte RAW-video in de camera – een enorme winst voor budgetfilmmakers die die flexibiliteit in de nabewerking willen. De Z5 II ondersteunt ook N-Log en gratis LUTs (ontwikkeld met Red Digital Cinema) voor een vlak profiel om te graden. En hij introduceert creatieve videofuncties zoals Hi-Res Zoom, een verliesloze digitale zoom in 1080p (waarbij de extra resolutie wordt gebruikt om te zoomen met een primelens). We zien ook vlogger-vriendelijke toevoegingen: een volledig kantelbaar scherm voor selfie-video, Product Review Mode (schakelt snel de focus van het gezicht naar een object dat wordt vastgehouden, ideaal voor YouTubers), en een Video Self-Timer die de opname start na een vertraging zodat je je kunt voorbereiden. Deze kleine details laten zien dat Nikon zich richt op solo content creators. De autofocus in video op de Z5 II wordt aangedreven door hetzelfde algoritme als de Z6 III, wat betekent dat oogherkenning in video betrouwbaar is en onderwerpdetectie werkt voor bijvoorbeeld huisdieren of voertuigen. Gecombineerd met de dubbele SD-kaartsleuven voor veel opslagruimte wordt de Z5 II misschien wel de beste instap full-frame videocamera van 2025. TechRadar kopte zelfs dat Nikon “de krachtige – en duurdere – Z5 II onthulde” en benadrukte dat hij veel meer videomogelijkheden heeft dan het origineel. De enige nadelen: de EVF is 60Hz, waardoor pannen minder vloeiend kan aanvoelen in de zoeker, en SD-kaarten kunnen beperken hoe lang je N-RAW kunt opnemen (ook de limiet van 125 minuten voor 10-bit H.265-opname die Nikon opgeeft). Maar als je bedenkt dat een Canon EOS R8 geen log-profiel en geen IBIS heeft, en Sony’s dichtstbijzijnde prijsaanbod geen RAW of 10-bit intern biedt, heeft de Z5 II echt geen directe concurrentie qua functies in deze prijsklasse. Het is op papier een “droom voor videomakers” – 4K full-frame zonder crop op 30p, IBIS, dubbele sleuven, 10-bit, zelfs pre-record capture voor snelle actie. Als je een maker bent met een beperkt budget, is de Z5 II een enorme waarde.

Video-oordeel: Nikon heeft zijn mirrorless line-up voor video volledig vernieuwd. De Z6 III is een echte hybride kampioen: je krijgt oversampled 4K, slow-motion 120p, interne log/RAW, en misschien wel de beste video-autofocus in een body van $2500. Ideaal voor trouwvideografen, documentairemakers, of iedereen die professioneel videowerk combineert met fotografie. De Z5 II brengt een groot deel van die mogelijkheden naar $1699 – perfect voor YouTubers, reizigers, of als B-camera naast een Z6/Z8. En de Z7 II, die qua flexibiliteit niet helemaal kan tippen aan de anderen, levert nog steeds prachtige 4K voor wie vooral op fotografie focust, maar af en toe video schiet. Opvallend is dat alle drie een hoofdtelefoon- en microfoonaansluiting hebben (zelfs de Z5 II), en USB-C die gebruikt kan worden om op te laden of zelfs als webcam-interface via Nikon’s software. Ze gebruiken ook allemaal sensor-gebaseerde VR (IBIS) die in video werkt om handheld beelden te stabiliseren. In combinatie met optionele elektronische VR kun je met elk model zeer stabiele video krijgen (al is de nieuwe 8-stop unit van de Z6 III het meest effectief). Uit de tests van Tony Northrup bleek dat elke camera unieke sterke punten heeft voor pure videomakers: de 6K en betrouwbaarheid van de Z6 III, de gedetailleerde 4K van de Z7 II (maar oudere AF), en de features van de Z5 II voor een lage prijs – maar uiteindelijk won de Z6 III hun “beste videocamera battle” vanwege de combinatie van resolutie en autofocus, met alleen de A7S III die hem versloeg bij extreem weinig licht.

Anekdotisch gezien was de Nikon-community enthousiast om te zien dat functies als interne N-RAW nu ook in de Z5 II zitten. Dit toont Nikon’s inzet om serieuze videofuncties in het hele assortiment te bieden (mogelijk beïnvloed door hun samenwerking met RED Digital Cinema op het gebied van gecomprimeerde RAW-formaten). Wil je je videosetup toekomstbestendig maken, dan hebben de Z6 III en Z5 II alles: 10-bit, RAW, logs, hoge framerates – terwijl de Z7 II wat verouderd kan aanvoelen tenzij je investeert in externe recorders.

Bouwkwaliteit, Weerbestendigheid en Ergonomie

Alle drie de camera’s hebben de kenmerkende solide bouw en ergonomische vormgeving van Nikon, maar er zijn enkele verschillen in materialen en bedieningselementen die hun positie in het assortiment weerspiegelen.

Chassis en Weerbestendigheid: De Z7 II en Z6 III lijken hier veel op elkaar – beide hebben magnesiumlegering behuizingen (voor-, boven- en achterkant) met robuuste weerbestendigheid. De Z7 II, bijvoorbeeld, is volledig weerbestendig, gebouwd volgens een standaard vergelijkbaar met de Nikon D850. Hij kan stoffige omgevingen en lichte regen zonder problemen aan (uiteraard met gepast onderhoud). De Z6 III wordt omschreven als “robuust en afgedicht tegen de elementen tot hetzelfde niveau als de Nikon Z8”, wat een groot compliment is – de Z8/Z9 zijn Nikon’s professionele modellen. Met 725–760g inclusief batterij is de Z6 III iets zwaarder dan de Z7 II (die ongeveer 705g is), deels door een iets grotere grip en de toevoeging van een CFexpress-slot dat meer afscherming vereist. De Z5 II, die zich op een lagere prijsklasse richt, doet qua bouw nauwelijks concessies: Nikon geeft aan dat de voor-, achter- en bovenkappen van magnesiumlegering zijn op de Z5 II en dat hij “afgedicht is tegen vocht en stof.”. In het praktijkgebruik van DPReview fotografeerden ze met de Z5 II in “lichte tot matige regen zonder problemen.”. Met ongeveer 700g zijn het gewicht en de afmetingen van de Z5 II vrijwel identiek aan die van de Z6 II waar hij van is afgeleid. Alle camera’s hebben een diepe, comfortabele grip (de grips van de Nikon Z-serie worden vaak geprezen) en voelen over het algemeen robuust aan vergeleken met sommige kleinere full-frames zoals de Canon R8. De Z5 II mag dan “betaalbaar” zijn, hij voelt niet goedkoop; Nikon heeft in feite het populaire Z6-bodyontwerp genomen en licht aangepast om kosten te besparen (bijvoorbeeld door een modusknop te gebruiken in plaats van een bovenste LCD).

Bediening en Knoppen: Nikon heeft een consistente knoppenindeling behouden over deze modellen, wat goed is voor het spiergeheugen. De Z7 II en Z6 III, als hogere modellen, hebben een bovenpaneel status-LCD dat de belangrijkste instellingen weergeeft – een functie die de Z5 II niet heeft (die gebruikt die ruimte voor een traditionele modusknop). De Z7 II en Z6 III hebben ook een geïntegreerde drive-modusknop rond de cluster linksboven, terwijl de Z5 II een eenvoudigere aanpak heeft. Toch biedt de Z5 II nog steeds dubbele instelwielen (voor en achter) en veel programmeerbare knoppen. Hij voegt zelfs Nikon’s nieuwe Picture Control-sneltoets (voor het eerst gezien op de Z50 II) toe op de bovenplaat om snel tussen kleurprofielen te wisselen. De Z5 II heeft drie gebruikersgeheugenstanden op de knop (U1, U2, U3) – handig om snel van instellingen te wisselen (bijvoorbeeld van foto naar video). Alle drie de camera’s hebben een AF-joystick (een kleine duimstick) op de achterkant om scherpstelpunten te selecteren; op de Z5 II en Z6 III werkt deze goed en ook overstappers van oudere Nikon DSLR’s zullen zich thuis voelen. De knoppenindeling op de Z5 II is “dezelfde die Nikon in het grootste deel van zijn Z-serie gebruikt” – dus als je een Z6 of Z7 hebt gebruikt, vind je vrijwel identieke plaatsing (MENU links, weergave/prullenbak, de cluster van AF-On, ISO, belichtingscompensatie bij de grip, enz.). De menu’s van Nikon zijn ook uniform, en hoewel misschien niet zo modern als die van Canon, zijn ze logisch als je aan Nikon gewend bent. De body van de Z6 III is iets groter dan die van de Z6 II; DPReview merkt op dat hij “groter en zwaarder” is, maar grotendeels dezelfde knoppenindeling heeft, met slechts een paar gewijzigde knoppenposities. Een toevoeging op de Z6 III: hij heeft een verlichte achtergrondverlichting voor het bovenste LCD (handig bij weinig licht). De Z6 III heeft ook een verbeterde stof-/oliebestendige coating op de sensor en een sensorschild dat de sensor afdekt als de camera uit staat (zoals bij de Z8/Z9), wat de Z7 II niet had.

Ergonomisch gezien scoort Nikon hoog. De camera’s hebben een stevige grip die zelfs voor grote handen comfortabel is. PetaPixel’s recensent zei over de Z6 III: “If it ain’t broke, don’t fix it. [It] feels immediately familiar… versatile and customizable with a very secure and comfortable feel… It’s hard to fault the camera body design because nothing has been held back despite being lower price than Z8/Z9.”. Dat geldt ook voor de Z7 II – velen beschouwen de Z7/Z6-serie als een van de best hanteerbare systeemcamera’s. De Z5 II, die alleen het bovenste LCD mist, kreeg toch lof: “compact yet comfortable to hold…controls are easily accessible, and operation is as smooth as the Z6 III and Z8/Z9”. Nikon behield het ontwerp met de zoeker in het midden en een goede duimsteun. Een klein ergonomisch verschil: de modusknop van de Z5 II (met vergrendelingspin) vereist een druk op de knop om te draaien – dit vertraagt het wisselen van modus iets ten opzichte van de snellere schakelaar + LCD-interface van de Z7 II. Maar dit is muggenzifterij; alle drie bieden een zeer professionele bedieningservaring.

Zoeker (EVF) en LCD: We behandelen dit in het volgende gedeelte in detail, maar merk hier op dat de Z6 III de EVF aanzienlijk heeft verbeterd (5,76M-dot, 120fps), terwijl de Z7 II en Z5 II 3,69M-dot (60fps) hebben. Fysiek zijn de oculairs en de zoekervergroting vergelijkbaar (ongeveer 0,8×). Het achterste LCD: de Z7 II heeft een kantelbaar 3,2″-paneel; de Z6 III en Z5 II hebben volledig kantelbare 3,2″-schermen. Afhankelijk van je voorkeur (kantelen is beter voor landschapsfoto’s vanuit een lage hoek; volledig kantelbaar is beter voor video/vloggen en portretstand), kan dit je ergonomie beïnvloeden.

Bouwkwaliteit en duurzaamheid: Er is een interessante opmerking uit demontage en testen: Imaging Resource/LensRentals vond dat de Z6/Z7-serie goed afgedicht is. Een DPReview forumbericht verwijst naar een LensRentals-demontage en IR-weertest die de Z-serie “een lovende beoordeling” gaf voor afdichting. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de Z7 II en bij uitbreiding de Z6 III/Z5 II, aangezien Nikon de afdichting niet zou verslechteren. Daarnaast biedt Nikon optionele verticale batterijgrepen voor de Z7 II (de MB-N11), die ook op de Z6 II passen; er is echter geen officiële grip gemaakt voor de Z5 II (dit werd ook niet ondersteund op de originele Z5) en nog geen voor de Z6 III (het iets andere ontwerp van de Z6 III betekent dat oudere grepen niet passen). Toch zijn er indien nodig third-party grepen of eenvoudige L-brackets beschikbaar.

Kortom, alle drie de camera’s zijn robuust en goed gebouwd, zeker gezien hun klasse. De Z7 II/Z6 III zijn volledig professioneel qua constructie, en de Z5 II is slechts een kleine stap lager (voornamelijk in externe ontwerpkeuzes, niet in interne robuustheid). Je kunt ze allemaal met vertrouwen meenemen op wandeltochten, reizen of in uitdagende omgevingen. Zoals een gebruiker het verwoordde, Nikon “begon echt op stoom te komen” met de Z9/Z8 en brengt nu updates uit voor zijn camera’s die “zoveel verbeterd zijn… het lijkt wel alsof ze alleen de naam en de behuizing delen met hun voorgangers.” De Z6 III is daar het voorbeeld van – hetzelfde uiterlijk, maar een krachtpatser van binnen. Ondertussen geeft de Z5 II nieuwkomers een voorproefje van die professionele bouwkwaliteit tegen een lagere prijs.

EVF- en LCD-schermen

De elektronische zoeker (EVF) en het achterste LCD zijn je vensters voor het componeren van beelden, en Nikon heeft met de nieuwere modellen enkele opmerkelijke verbeteringen aangebracht.

Zoekers:

  • Z7 II: Hij gebruikt een OLED EVF van 3,69 miljoen dots (Quad-VGA-resolutie, 1280×960 pixels) met 0,80× vergroting. Dit was dezelfde specificatie als de originele Z7 en Z6 – een goede EVF voor zijn tijd, hoewel sommige concurrenten tegen 2025 een hogere resolutie bieden. De verversingssnelheid van de EVF van de Z7 II is standaard 60 Hz; er is geen 120 fps “High”-modus op dat model. Het EVF-beeld is scherp en kleurecht, maar snelle actie kan wat wazig lijken door de 60 Hz-verversing, en bij zeer weinig licht kun je wat ruis of vertraging zien (gebruikelijk bij oudere panelen). Het is het vermelden waard dat Nikon automatische low-lag, low-blackout zoekertechnologie eerst in de Z9 en daarna in de Z8 heeft geïmplementeerd – de Z7 II heeft deze niet, maar doet het redelijk goed met zijn dubbele processors die blackout bij 10 fps minimaliseren. Veel Z7 II-gebruikers vinden de EVF prima voor nauwkeurig werk (bijv. landschapscomposities bij zonsopgang), maar sportfotografen merkten de 60Hz-beperking op. De 0,8× vergroting geeft een mooi groot beeld (gelijk aan een grote DSLR-prisma).
  • Z6 III: Nikon heeft de EVF van de Z6 III geüpgraded naar een 5,76M-dot OLED (UXGA 1600×1200 pixels) met dezelfde 0,8× vergroting en een indrukwekkende piekhelderheid van 3000 nits. Dit is een aanzienlijke sprong in helderheid – tekst en fijne details in de zoeker zijn merkbaar scherper dan bij de 3,69M EVF’s. De Z6 III ondersteunt ook een snellere verversing (een niet-officiële specificatie, maar waarschijnlijk is er een 120 fps-modus beschikbaar, gezien de Expeed 7 dit aankan zoals te zien is in de Z8). Inderdaad, DPReview vermeldt dat hij een “hoge helderheid en breed kleurengamma” EVF heeft, en testers merkten op dat het in wezen hetzelfde scherpe paneel is als in de Z8/Z9 (die 3,69M zijn maar dual-stream om blackout te elimineren – Nikon koos hier echter voor resolutie). De helderheid van 3000 nits is opmerkelijk: dit betekent dat de zoeker van de Z6 III onder felle buitenomstandigheden zeer goed zichtbaar blijft (bijna als een optische zoeker in de zon). Het is geweldig voor het volgen van actie bij daglicht. Het brede kleurengamma zorgt ervoor dat wat je in de EVF ziet een goede weergave is van het uiteindelijke beeld. Veel reviewers prezen deze EVF als een van de beste in zijn klasse bij de lancering. Je krijgt een echt helder en meeslepend beeld. Blackout is ook minimaal – bij 14 fps mechanisch is er een lichte flikkering, maar de snelle sensoruitlezing helpt de onderbreking van de EVF te verkorten. Bij 20 fps e-sluiter wordt waarschijnlijk een kort diashow-effect gebruikt, maar het is nog steeds goed bruikbaar voor tracking (niet zo naadloos als de Z9 zonder blackout, maar erg goed).
  • Z5 II: Interessant genoeg blijft de Z5 II bij een 3,69M-dot EVF zoals de Z7 II (en originele Z5). Hij heeft ook 0,80× vergroting, maar één kanttekening: hij is naar verluidt beperkt tot een verversingssnelheid van 60 Hz zonder 120 Hz-optie. Nikon gaf prioriteit aan andere upgrades maar hield de EVF bescheiden om kosten te besparen. Ze hebben echter wel de zoekerhelderheid aanzienlijk verhoogd – Nikon zegt dat hij een piekhelderheid van 3000 nits heeft, net als de EVF van de Z6 III, wat ongebruikelijk is voor een 3,69M-paneel. Dat betekent dat de EVF van de Z5 II bij fel licht extreem goed zichtbaar is, een welkome verbetering ten opzichte van veel instapcamera’s (de EVF van de Canon R8 is ter vergelijking slechts 2,36M dots en heeft een kleinere vergroting, en kan moeilijk te gebruiken zijn in de zon). De zoeker van de Z5 II is dus qua resolutie en grootte effectief hetzelfde als die van de Z7 II – ruim voldoende scherp voor handmatig scherpstellen en algemeen gebruik – en extreem helder, maar hij heeft niet de ultrasoepele verversing van 120fps EVF’s. Voor de meeste gebruikers die geen snelle actie fotograferen, is dit een prima compromis. Alleen als je snel panoreert of snelle onderwerpen volgt, zou je de hogere verversing kunnen wensen om bewegingsonscherpte in de EVF te verminderen.

LCD-schermen:

  • Z7 II: Het heeft een 3,2-inch, 2,1-miljoen-dot achterste LCD dat kantelt ongeveer 90° omhoog en ongeveer 45° omlaag. Het is een prachtig display – groot en met hoge resolutie (2100K dots is ongeveer 720×480 pixels RGB), ideaal om scherpstelling te controleren en beelden te beoordelen. Het kantelmechanisme is robuust en erg handig voor landschapsfoto’s vanuit een lage hoek of op statief in horizontale stand. Het is echter geen vari-angle; het klapt niet naar de zijkant uit en draait niet naar voren. Voor videomakers of verticale composities is dit minder handig. Touch-functionaliteit wordt volledig ondersteund – je kunt door menu’s navigeren en vegen/afspelen via aanraking, en ook het scherpstelpunt instellen of de sluiter bedienen via aanraking als je dat wilt.
  • Z6 III & Z5 II: Beide zijn uitgerust met een volledig kantelbaar 3,2-inch, 2,1M-dot touchscreen. Dit is een grote verandering ten opzichte van eerdere Z6/Z7-modellen die alleen kantelden. Het vari-angle scharnier zit aan de zijkant: je kunt het scherm naar buiten klappen en 180° draaien zodat het naar voren wijst (voor vloggen of selfies), of het omhoog/omlaag kantelen in zowel liggende als staande oriëntatie. Content creators zijn hier dol op, en het is handig voor lastige hoeken (zoals laag bij de grond fotograferen in verticale stand, wat met alleen kantelen niet kan). Het nadeel is dat als je veel op statief in portretstand fotografeert, een kantelbaar scherm eigenlijk beter is dan alleen kantelen omdat je het nog steeds naar je toe kunt draaien door het uit te klappen. Sommige traditionele fotografen geven de voorkeur aan kantelschermen omdat ze het LCD van de camera uitgelijnd houden met de lensas en mogelijk sneller te gebruiken zijn voor landschapsoriëntatie. Maar Nikon heeft duidelijk gekozen om videomakers en mensen die veelzijdigheid willen tegemoet te komen, door de Z5 II en Z6 III het volledig kantelbare ontwerp te geven. De resolutie en grootte van het LCD zijn hetzelfde 3,2” 2,1M als die van de Z7 II, dus je verliest geen helderheid. Het is het vermelden waard dat wanneer het scherm is uitgeklapt, het LCD op de Z6 III mogelijk kan worden geblokkeerd door HDMI- of microfoonkabels als deze niet goed zijn weggewerkt (Nikon heeft slim de hoofdtelefoonaansluiting iets lager geplaatst zodat deze niet botst met een open scherm, maar het kan nog steeds gebeuren). PetaPixel was blij dat Nikon geen belangrijke functionaliteit heeft weggelaten op de Z6 III-body – je krijgt nog steeds “alle functionaliteit en controle van een geavanceerde camera” in een iets compacter formaat, en de schermkeuze weerspiegelt dat. Op de Z5 II is een kantelbaar scherm op instapniveau fantastisch (Canon’s instapmodel R8 heeft er ook een; Sony’s oudere A7 III had dat niet).

Praktische impact: De verschillen in EVF betekenen dat als je veel waarde hecht aan een ultrasoepele, ultradetailleerde zoeker, de Z6 III duidelijk wint – de EVF-resolutie en waarschijnlijk 120Hz-modus maken het volgen van bewegende onderwerpen veel prettiger voor het oog. Reviewers vonden de EVF van de Z6 III zo goed dat deze feitelijk gelijkwaardig is aan elke camera in zijn klasse (de Sony A7 IV heeft ook een 3,69M EVF maar kan 120Hz; Canon R6 II 3,69M@120Hz; dus de Z6 III overtreft ze zelfs in resolutie). Voor de Z7 II hadden sommigen misschien gewild dat Nikon er in 2020 een 5,76M EVF in had gestopt, maar dat hebben ze niet gedaan – dus in 2025 voelt het gewoon “prima.” Dat de Z5 II dezelfde EVF heeft als de Z7 II is een voordeel voor prijsbewuste fotografen – je hoeft niet door een kleine, lage resolutie zoeker te kijken zoals bij veel instapmodellen. In fel daglicht of lastige lichtomstandigheden is de mogelijkheid om de belichting te beoordelen met de 3000-nit zoeker van de Z5 II/Z6 III geweldig; je kunt zelfs handmatig scherpstellen met focus peaking dankzij de helderheid.

Bovendien hebben alle drie de EVF’s dioptrie-instellingen en oogsensoren om automatisch te schakelen tussen LCD en EVF (je kunt ook de ene of de andere prioriteit geven). Het batterijverbruik kan iets hoger zijn bij de Z6 III vanwege de hogere specificaties van de EVF, maar Nikon’s CIPA-waarderingen houden al rekening met EVF-gebruik.

Samenvatting: De Z6 III biedt de beste kijkervaring – een grote, heldere, hoge-resolutie EVF waarvan een recensent zei dat “door zijn hoge-resolutie zoeker” het een van de redenen is waarom dit de meest capabele camera in zijn klasse is, plus het flexibele volledig kantelbare LCD-scherm. De Z5 II geeft je bijna dezelfde visuele ervaring, alleen ontbreekt de snellere EVF-verversing – nog steeds uitstekend voor zijn prijs met een grote 3,69M zoeker en vari-angle touch LCD. De Z7 II houdt stand met zijn heldere kantelbare scherm en degelijke EVF, maar is minder opvallend – het is in wezen dezelfde ervaring die originele Z-gebruikers sinds 2018 kennen. Als je zelden in bursts of video schiet, maakt 120Hz EVF of kantelbare schermen je misschien niet uit; maar veel gebruikers die van DSLR komen, waarderen de verbeterde EVF-technologie in de Z6 III omdat het de kloof met de optische zoeker verder verkleint (vooral met minimale vertraging/blackout). Ondertussen zullen vloggers en fotografen die vanuit een lage hoek werken de kantelbare schermen op de Z5 II en Z6 III waarderen. Geen van deze camera’s heeft het geavanceerde vierassige kantelbare touchscreen zoals de Z9/Z8 (waarmee je in portretstand kunt kantelen terwijl het scherm gecentreerd achter de camera blijft), dus het is óf een basis kantelbaar scherm (Z7 II) óf volledig vari-angle (Z5II/Z6III). Elke aanpak heeft zijn fans; Nikon biedt nu beide opties.

Batterijduur en opslag (dubbele kaartsleuven)

Batterijduur: Alle drie de camera’s gebruiken de Nikon EN-EL15c oplaadbare Li-ion batterij (ze zijn ook compatibel met oudere EN-EL15b/a batterijen, met kleine capaciteitsverschillen). De EN-EL15c is een 2280mAh batterij die in de camera kan worden opgeladen via USB-C (op deze nieuwste modellen) en biedt een redelijke uithoudingsvermogen voor een systeemcamera. Officiële CIPA-geclassificeerde batterijduur is: Z7 II – ~360 foto’s per lading, Z6 III – ~340 foto’s (DPReview vermeldde ~340, hoewel het exacte aantal kan variëren) en Z5 II – ~330 foto’s. Die aantallen klinken laag, maar CIPA-tests zijn berucht conservatief (ze gaan uit van veel LCD-gebruik, flits, enz.). In de praktijk melden veel fotografen dat ze 600+ foto’s per lading halen met de Z7 II en vergelijkbaar met de Z6 III, vooral als je niet overdreven vaak terugkijkt. Bijvoorbeeld, een Z7 II-gebruiker op een forum meldde dat hij ongeveer 600 foto’s in 2-3 uur maakte en nog batterij over had. De Z5 II-score van 330 is eigenlijk lager dan de originele Z5’s ~470 – waarschijnlijk omdat de EVF en processor van de Z5 II meer stroom verbruiken, en misschien is de score gebaseerd op intensief EVF-gebruik. Nikon’s Imaging Product-medewerkers gaven echter aan dat de Z5 II qua stroomverbruik in wezen vergelijkbaar is met de Z6 II, dus verwacht in de praktijk ongeveer 350-500 foto’s afhankelijk van het gebruik. De batterijduur van systeemcamera’s is nog steeds niet op het niveau van DSLR’s zoals een D850 (die 1800 foto’s CIPA kon halen), maar het is voldoende voor de meeste dagopnames als je een reservebatterij hebt.

Opvallend is dat de Z6 III wat meer stroom verbruikt (met een krachtigere processor, hogere resolutie EVF) maar toch een redelijke score behaalt (we zagen een wiki die firmware 1.11 van 24 juni 2025 aanhaalt, mogelijk geoptimaliseerd voor stroomverbruik). Ook ondersteunen al deze camera’s USB Power Delivery – je kunt ze gebruiken met een powerbank of AC-adapter via USB-C, wat ideaal is voor langdurige video-opnames of timelapses. De EN-EL15c laadt ook op in de camera via USB, zodat je onderweg kunt bijladen.

Een veelgehoorde wens is accu’s met een hogere capaciteit; Nikon heeft echter vastgehouden aan deze vormfactor voor consistentie. Imaging Resource merkte in een terloopse opmerking op dat het “tijd wordt dat Nikon accu’s met een hogere capaciteit introduceert”, maar realistisch gezien is de standaardaccu handig voor gebruikers (je kunt dezelfde accu’s gebruiken in de Z5II, Z6III, Z7II, zelfs de Z8 gebruikt de EN-EL15c als optionele tweede accu in de grip). Als je meer vermogen nodig hebt, bestaan er third-party versies van 3100mAh, en Nikon’s MB-N11 grip (voor Z6II/Z7II) bood ruimte voor twee accu’s bij die modellen. Per augustus 2025 is er nog geen officiële grip voor de Z6III/Z5II, maar die zouden kunnen verschijnen (en third-party grips zijn vaak te vinden om de accucapaciteit te verdubbelen).

Dubbele Kaartsleuven: Een van de meest gewaardeerde veranderingen van Nikon sinds de eerste generatie Z6/Z7 is dat alle deze camera’s dubbele kaartsleuven hebben voor opslag – wat directe back-up of het scheiden van RAW/JPEG, etc. mogelijk maakt. De configuraties verschillen:

  • Z7 II: Heeft één CFexpress Type-B / XQD-sleuf en één SD UHS-II-sleuf. Dit was een reactie op kritiek op de originele Z7 met slechts één XQD-sleuf. De CFexpress-sleuf in de Z7 II (en Z6 II) is erg snel – nodig om de grote 45MP-bestanden weg te schrijven en externe RAW-video-output te ondersteunen. Veel professionals gebruiken Sleuf 2 (SD) als overflow of back-up. Je kunt ook foto’s op het ene kaartje en video op het andere opslaan als je wilt (al is de snelste videoprestatie op CFexpress). Het kleine nadeel is dat je twee soorten kaarten nodig hebt; XQD/CFexpress-kaarten zijn duurder, maar extreem snel en betrouwbaar. Als je al XQD-kaarten had van een D850 of D5, is het handig.
  • Z6 III: Nikon heeft het aangepast en de Z6 III voorzien van één CFexpress Type-B-sleuf en één SD UHS-II-sleuf. Dit komt overeen met de configuratie van de Z8 (behalve dat de Z8 dubbele CFexpress heeft). Dus de Z6 III heeft ook gemengde mediasleuven. Waarom geen dubbele CFexpress? Waarschijnlijk om de kosten te drukken en flexibiliteit te bieden – veel gebruikers hebben veel SD-kaarten. De CFexpress-sleuf in de Z6 III is cruciaal voor de hoge 6K RAW-video en 120fps bursts – daarvoor heb je een CFexpress-kaart nodig. Maar voor casual fotografie of als back-up werkt een SD UHS-II (v90 aanbevolen, zeker voor 4K120 video) prima. Met een snelle SD kan de Z6 III nog steeds op volle snelheid fotograferen, maar de buffer wordt langzamer geleegd dan bij CFexpress. Nikon heeft duidelijk gesegmenteerd: één high-speed, één alomtegenwoordige sleuf. Het is iets minder ideaal dan twee identieke sleuven, maar het werkt.
  • Z5 II: Het pakt het anders aan: twee SD-kaartsleuven, beide UHS-II compatibel. Dit is briljant voor prijsbewuste gebruikers – SD-kaarten zijn goedkoop en overal verkrijgbaar. En Nikon heeft het niet beperkt door één sleuf langzamer te maken (sommige camera’s hebben één UHS-II en één UHS-I; hier zijn beide UHS-II). Dit betekent dat je op beide kaarten tegelijk kunt opnemen (back-up) zonder dat de één de ander vertraagt, tenminste tot UHS-II snelheden (~300 MB/s max). Voor 11 fps RAW-bursts kan een v90 SD (die schrijft met ~250 MB/s) dit redelijk goed aan. Voor 4K60 10-bit of N-RAW bij 4K30 is een v90 SD-kaart vereist en voldoende (Nikon raadt V90 SD aan voor N-RAW-opnames in de Z5 II-voetnoten). Het voordeel is eenvoud: je hebt alleen SD-media nodig. Het nadeel is snelheid: SD UHS-II is, hoewel snel, veel langzamer dan CFexpress. Bijvoorbeeld, de snelste SD haalt ~280 MB/s schrijven, terwijl CFexpress meer dan 1000 MB/s kan halen. Dus de buffer van de Z5 II zal langzamer leeg zijn en waarschijnlijk kan hij geen heel lange 11 fps-bursts volhouden zonder te pauzeren. Maar Nikon heeft dat beperkt door een degelijke buffer en JPEG 30fps-optie te geven (omdat JPEG’s kleiner zijn). In de praktijk is een Z5 II met twee SD-kaarten ruim voldoende voor bruiloften/evenementen waar je directe back-ups wilt – en je hoeft geen fortuin uit te geven aan kaarten. Het is een voordeel ten opzichte van Canon’s EOS R8 (die slechts één SD-sleuf heeft, geen back-up). Deze dubbele SD-aanpak laat zien dat Nikon de Z5 II richt op serieuze enthousiastelingen die betrouwbaarheid nodig hebben (de originele Z5 had al dubbele SD als opvallend kenmerk in instap-fullframe).

Gebruik van de sleuven: Alle camera’s bieden verschillende modi: JPEG naar de ene, RAW naar de andere; foto’s naar de ene, video naar de andere; overflow als één vol is; of echte back-upschrijfmogelijkheid. Vooral voor professionals (bruiloften, etc.) is het hebben van dubbele sleuven een must voor redundantie. De Z7 II en Z6 III die CFexpress/SD combineren betekent dat je back-up op een tragere SD zal staan – maar toch, je hebt een back-up als de hoofdkaart faalt. Sommigen zullen RAW op CFexpress en JPEG of kleinere RAW op SD zetten om risico’s te spreiden. Op de Z5 II, omdat beide gelijk zijn, kun je gewoon alles spiegelen.

Let op: de Z6 III met zijn enorme burstbuffer (1000 RAW) haalt dat alleen met CFexpress. Gebruik je SD, dan wordt de buffer niet zo snel geleegd en haal je mogelijk geen 1000 opeenvolgende opnames voordat het vertraagt. Maar zelfs met SD krijg je nog steeds een aanzienlijke reeks. Voor video vereist de 6K N-RAW van de Z6 III waarschijnlijk CFexpress (Nikon’s specificatie om interne N-RAW op de Z6 III te gebruiken werd niet expliciet vermeld zoals bij de Z5 II, maar gezien de datarates voor 6K60 RAW is SD niet voldoende). Dus in de praktijk zullen Z6 III-gebruikers minstens één CFexpress-kaart nodig hebben voor intensieve taken, en SD als overflow/back-up gebruiken.

Overige I/O: Alle drie de camera’s hebben USB-C-poorten die opladen en tethering ondersteunen. De Z6 III heeft een USB-C 3.2 Gen2 (10 Gbit) die snellere tethering aankan en vermoedelijk zelfs directe webcam-feed. De USB-C van de Z7 II is mogelijk 3.1 Gen1 (5 Gbit) – niet 100% zeker, maar het was oudere technologie. Voor de meesten geen groot verschil. Ze hebben allemaal Micro HDMI (behalve de Z6 III, die een volledige HDMI Type A heeft) – correctie: volgens DPReview-tekst: “full-sized HDMI port” zit op de Z6 III. Z7 II en Z5 II gebruiken Type-C mini HDMI. Volledige HDMI op de Z6 III is geweldig voor duurzaamheid bij gebruik van externe monitoren/recorders.

Batterij opladen en accessoires: Elke camera kan de MB-N11 battery grip gebruiken (Z7 II ondersteunt deze, Z5 II waarschijnlijk niet officieel omdat hij niet vermeld stond, Z6 III heeft nog geen officiële grip). Maar ze kunnen allemaal de EP-5B AC adapter coupler gebruiken voor studiovoeding indien nodig. Nikon heeft ook een Bluetooth-afstandsbediening (ML-L7) geïntroduceerd die wordt gebruikt op de Zfc etc., en die Z5 II volgens mij ondersteunt. En de SnapBridge-app kan ze op afstand bedienen.

Samengevat: Z7 II – redelijke batterijduur voor een systeemcamera, dubbele CFexpress/SD-kaartsleuven bieden snelheid en backup, maar vereisen twee kaarttypes. Z6 III – vergelijkbare batterijduur (misschien iets minder als je vaak de hoge verversingssnelheid van de EVF gebruikt), ook dubbele CFexpress/SD, wat zowel prestaties als gemak biedt; je hebt CFexpress nodig om het volledige potentieel te benutten. Z5 II – iets lager opgegeven batterijduur (de EXPEED7 verbruikt veel stroom), maar nog steeds prima voor een dagje casual fotograferen met een reserve; dubbele SD-kaartsleuven maken hem uniek in zijn prijsklasse en zeer betrouwbaar voor serieuze shoots met een beperkt budget. Geen van de camera’s wordt in sommige regio’s geleverd met een externe oplader (Nikon levert er vaak wel een mee), maar omdat USB-opladen standaard is, is het makkelijk te regelen.

De mening van de community is dat het luisteren van Nikon naar de wens voor dubbele sleuven zijn vruchten heeft afgeworpen: “dubbele kaartsleuven en professionele autofocus” werden genoemd als redenen waarom zelfs bruidsfotografen de Z7 II kunnen overwegen. De Z5 II zet dat voort met dubbele sleuven in de instapklasse, iets wat zelfs middenklassers van andere merken soms missen.

Als je van een DSLR komt, reken er dan op dat je 2–3 batterijen meeneemt voor een hele dag evenementfotografie (mirrorless EVF’s verbruiken meer). Maar het gedeelde batterij-ecosysteem is fijn – als je een D750/D810 (EN-EL15) hebt, kun je zelfs die oudere batterijen in noodgevallen gebruiken (al laden ze niet op in de camera en hebben ze een lagere capaciteit).

Compatibiliteit lenzen en in-body stabilisatie (IBIS)

Alle drie de camera’s gebruiken de Nikon Z-vatting, die in augustus 2025 een bloeiend aanbod aan lenzen heeft. Ze zijn compatibel met elke Nikon Z-lens – van Nikon’s eigen S-line glas tot opties van derden (Sigma, Tamron, Viltrox, enz., waarvan velen Z-vatting versies zijn gaan uitbrengen in 2023-2025). Als je legacy Nikon F-vatting DSLR-lenzen hebt, kun je met Nikon’s FTZ-adapter (FTZ II is de nieuwste, slankere versie) deze gebruiken met volledige diafragmaregeling en vaak volledige AF (AF-S en AF-P lenzen stellen goed automatisch scherp; oudere schroef-aangedreven AF-lenzen hebben geen autofocus omdat de FTZ geen motor heeft, maar kunnen wel handmatig worden scherpgesteld). Alle drie de camera’s presteren vergelijkbaar met aangepaste lenzen, omdat de AF-prestaties vooral afhangen van de motor en het focus-algoritme van de lens. De nieuwere modellen (Z6 III, Z5 II) kunnen bewegende onderwerpen iets beter volgen met aangepaste lenzen dankzij verbeterde AF, maar in de basis geldt: als je bijvoorbeeld een klassieke 70-200mm f/2.8E F-vatting hebt, werkt die prima op elk van deze camera’s via de FTZ. De grote diameter en korte flange van de Z-vatting betekenen dat zelfs exotische lenzen (zoals de Noct 58mm f/0.95) ondersteund worden en er potentie is voor adapters naar andere systemen (sommigen passen Canon EF-lenzen aan via slimme adapters, enz., al is native altijd het beste).

Lensbibliotheek: Nikon biedt nu alles van ultragroothoeklenzen (14-24mm f/2.8 S, 17-28 f/2.8) tot telelenzen (400mm, 600mm primes, 100-400mm, 180-600mm zoom, enzovoort). Dus of je nu landschappen, portretten, sport of wildlife fotografeert, er zijn in 2025 native lenzen beschikbaar. De Z7 II, met zijn 45MP, beloont vooral de scherpe S-line lenzen (zoals de 50mm f/1.8 S, 24-70 f/2.8 S) – die combinaties leveren verbluffende details op. De Z5 II en Z6 III, met hun 24MP, zijn iets vergevingsgezinder wat betreft lensresolutie, maar profiteren ook van de uitstekende optiek. DPReview merkte wel op dat een nadeel dat Nikon en Canon hadden ten opzichte van Sony een kleiner aanbod van native lenzen was een paar jaar geleden, maar tegen 2025 is het assortiment van Nikon zeer uitgebreid (meer dan 30 native Nikkor Z-lenzen, plus groeiende ondersteuning van derden). En eerlijk gezegd worden de Z-lenzen van Nikon zeer gewaardeerd – de consensus is dat ze optisch tot de beste behoren. Als je bijvoorbeeld een van deze camera’s combineert met de 24-120mm f/4 S of 24-70mm f/2.8 S, krijg je fantastische resultaten.

In-body beeldstabilisatie (IBIS): Alle drie de camera’s beschikken over 5-assige sensor-shift stabilisatie ingebouwd in de body. Dit compenseert voor cameratrilling met elke lens – ook met aangepaste F-mount lenzen (waarbij het 3-assig werkt als de lens VR heeft, of 5-assig als de lens geen VR heeft). Het verschil zit in de effectiviteit (aantal stops) en enkele nieuwe IBIS-functies:

  • Z7 II: Nikon geeft zijn IBIS een waardering van ongeveer 5 stops trillingsreductie (CIPA-standaard). Het was de eerste generatie van Nikon’s IBIS en werkt goed in de meeste situaties – je kunt misschien uit de hand fotograferen met ~1/8s of ~1/4s met een 24mm lens en toch consequent scherpe foto’s krijgen, en misschien ~1/15s met een 70mm, afhankelijk van je techniek. Het helpt enorm bij weinig licht en voor het vloeiender maken van video (hoewel er voor video ook elektronische VR is indien nodig). De Z7 II mist de geavanceerde “Synchro VR” die sommige merken hebben, omdat Nikon nog geen in-body + in-lens synchronisatie voor meer dan 5 assen heeft geïntroduceerd (hoewel ze op de Z9 met bepaalde lenzen wel enige verbeterde synergie hebben bereikt). Desondanks is de IBIS van de Z7 II een grote troef voor handheld high-res fotografie.
  • Z6 III: Nikon introduceerde hier een nieuwe IBIS-eenheid (ook te zien in de retro Zf) die is beoordeeld tot 8,0 stops stabilisatie. Dat is een grote claim – een van de hoogste in de industrie (Canon’s R6 II claimt ~8 stops met bepaalde lenzen, Olympus gaat tot 7,5, enz.). In de praktijk hangen de haalbare stops af van de lens en gebruiker, maar zeker biedt de Z6 III verbeterde stabilisatie ten opzichte van zijn voorgangers. Eén reden is dat Nikon “Focus Point VR” heeft geïmplementeerd: de IBIS kan prioriteit geven aan het verminderen van trillingen op het actieve scherpstelpunt in plaats van alleen het midden en.wikipedia.org. Dit werd voor het eerst geïntroduceerd in de Zf en betekent dat als je off-center componeert, het systeem optimaliseert voor de stabiliteit van dat gebied. Het is een slimme benadering om de scherpte van je onderwerp te maximaliseren. Ook heeft de gedeeltelijk gestapelde sensor vermoedelijk minder “jello”-beweging bij snel bewegen van de sensor. Alles bij elkaar kun je realistisch gezien 6–7 stops aan trillingsreductie behalen in veel scenario’s. PetaPixel’s hands-on merkte op dat de nieuwe IBIS “tot acht stops belooft…en specifiek zal aanpassen voor off-center onderwerpen. Het is in hun tests zeer effectief gebleken.” Voor video helpt dit enorm bij het verminderen van microtrillingen. De Z6 III heeft geen ingebouwde gyroscoopdata-uitvoer zoals de Z9 (voor post-stabilisatie), maar met zo’n goede IBIS heb je dat misschien niet nodig. Ook bij telelenzen met VR (zoals de Z 70-200mm f/2.8) coördineert de Z6 III lens VR + body VR (lens corrigeert pitch/yaw, body doet X-Y-Roll) – Nikon kwantificeert de gecombineerde stops niet, maar het is zeer effectief.
  • Z5 II: Deze heeft ook IBIS, beoordeeld tot 7,5 stops stabilisatie. Dat ligt opvallend dicht bij de specificatie van de Z6 III. Mogelijk classificeert Nikon het als 6–7,5 stops afhankelijk van de lens. Bijvoorbeeld, ze kunnen 7,5 stops opgeven met een bepaalde lens (misschien een groothoek prime). Het gebruikt waarschijnlijk dezelfde IBIS-hardware als de Zf (waarvan wordt gezegd dat die ~8 stops haalt), maar misschien zorgde de crop in 4K60 of andere aspecten ervoor dat ze iets lager citeren. Hoe dan ook, het is een grote verbetering ten opzichte van de originele Z5’s IBIS (die volgens mij ~5 stops was, net als de Z6). De Imaging Resource first look zegt expliciet dat 5-assige IBIS aanwezig is en noemt “pixel shift shooting”, wat ook afhankelijk is van de IBIS-eenheid om de sensor precies te bewegen. Ja, de Z5 II biedt zelfs de multi-shot Pixel Shift-modus (zoals de Z6 III) – waarbij IBIS wordt gebruikt om de sensor met halve-pixelstappen te verplaatsen. Dat geeft aan dat de IBIS-nauwkeurigheid vrij hoog is. In de praktijk laat de stabilisatie van de Z5 II je toe om met belachelijk langzame sluitertijden uit de hand te fotograferen. Fotografen hebben gemeld dat ze halve seconde belichtingen uit de hand kunnen houden met Zf/Z5II-klasse bodies en groothoeklenzen dankzij die 7+ stop IBIS – iets wat ongehoord was vóór de spiegelloze tijd. Het helpt de Z5 II ook bijzonder bij video, aangezien veel contentmakers hem uit de hand zullen gebruiken; gecombineerd met het volledig kantelbare scherm heb je een mooie vlogging-setup met stabiele beelden.

Lens IS vs. IBIS: Nikon Z-lenzen met VR (zoals 24-200mm VR, 70-200mm VR, 100-400mm VR, enz.) werken samen met de in-body stabilisatie. Nikon promoot geen gecombineerd getal, maar anekdotisch verbetert het de prestaties bij tele. Geen van deze bodies kan IBIS-as-voor-as handmatig uitschakelen (behalve via het menu om VR volledig uit te zetten). Maar de gebruiker laat VR meestal gewoon aan staan en de camera regelt de combinatie. Bij gebruik van aangepaste F-mount lenzen met VR, geeft de FTZ de communicatie door zodat IBIS en lens VR op vergelijkbare wijze samenwerken (opnieuw, Nikon’s systeem gebruikt lens VR voor pitch/yaw indien beschikbaar, en IBIS doet de rest).

Mount en Toekomstige Lenzen: Het voordeel van de Z-mount is zijn veelzijdigheid en toekomstbestendige ontwerp (55mm binnendiameter, zeer korte flensafstand). Daarom zijn derden zoals Tamron begonnen met het uitbrengen van Z-versies (Tamron 70-180 f/2.8, 17-28, 28-75 opnieuw gelabeld door Nikon, enz., en Sigma heeft ondersteuning aangekondigd in 2025). Dus als je nu instapt in Nikon Z (Z5II/Z6III/Z7II), heb je toegang tot een groeiend ecosysteem. Photography Life houdt een Z-lens roadmap bij photographylife.com, en vanaf augustus 2025 is vrijwel elke belangrijke brandpuntsafstand gedekt. Alleen exotische tilt-shifts of supertele-primes boven de 600mm ontbreken nog (en daar gaan geruchten over dat die eraan komen).

Eén kanttekening: Nikon Z-camera’s ondersteunen momenteel niet zo gemakkelijk autofocus van derden via adapters als bijvoorbeeld Sony, vanwege encryptie van protocollen. Maar met native lenzen van derden die eraan komen, wordt dat minder een probleem. Als je Canon EF-lenzen wilde gebruiken, zijn er enkele adapters (Megadap, TechArt) die dit omzeilen met wisselend succes op oudere modellen; Z6III en Z5II zijn daar mogelijk nog niet volledig mee getest.

Samengevat is lenscompatibiliteit uitstekend: je kunt decennialang aan Nikon F-lenzen gebruiken met de FTZ (met beperkingen op autofocus bij zeer oude lenzen) en genieten van de nieuwste high-performance Z-lenzen. En de IBIS op alle drie de modellen zorgt ervoor dat elke lens gestabiliseerd is, zelfs vintage of handmatige lenzen van derden – enorm voordeel bij uit de hand fotograferen. De Z6 III en Z5 II, met hun ~8-stops IBIS, plaatsen Nikon aan de top qua stabilisatie. Dat maakt ze bijzonder aantrekkelijk voor reizen en wandelen – je kunt scherpe foto’s maken in donkere interieurs of ’s nachts zonder statief, waar dat eerder onscherp zou zijn. De IBIS van de Z7 II is iets minder, maar nog steeds erg bruikbaar en vergelijkbaar met wat high-res concurrenten in die tijd boden (de Sony A7R IV had bijvoorbeeld ook 5,5 stops IBIS).

Inzicht van de reviewer: PetaPixel prees de IBIS van de Z6 III, en DPReview benadrukte dat zelfs de Z5 II “een van de meest complete opties onder de $2000 is – je levert geen IBIS in [zoals bij de Canon R8]”. Sterker nog, de instap full-frame Canon R8 heeft geen IBIS, wat Nikon een groot voordeel geeft in dat segment.

Software, Firmware en Connectiviteit

Nikon is actief bezig met het verbeteren van zijn software-ecosysteem en firmwarefuncties voor de Z-serie:

  • Firmware-updates: Nikon heeft historisch gezien aanzienlijke firmware-updates uitgebracht voor zijn systeemcamera’s. De Z7 II en Z6 II kregen updates met nieuwe functies zoals verbeterde Eye-AF en 3D-trackingmodus (firmware 1.40) en ondersteuning voor nieuwe lenzen/power zoom, enzovoort. Vanaf augustus 2025 is de Z7 II behoorlijk volwassen; de nieuwste firmware (rond v1.7x) voegt vooral compatibiliteitsoplossingen toe. Het is onwaarschijnlijk dat er nog nieuwe AF-functies bijkomen, vanwege hardwarebeperkingen. De Z6 III is nieuwer en heeft een paar updates ontvangen – bijvoorbeeld firmware 1.11 (juni 2025) loste enkele kleine problemen op en verfijnde waarschijnlijk AF of compatibiliteit. Nikon zou zaken als aanvullende AF voor vogels verder kunnen verbeteren of kleine functies toevoegen via firmware, maar omdat het model al zeer compleet is gelanceerd, ontbreekt er weinig. De Z5 II kwam uit in april 2025, en de eerste firmware is al behoorlijk gepolijst. Misschien zien we updates die functies als pixel-shift RAW-verwerking in de camera mogelijk maken of eventuele bugfixes. Nikons geschiedenis suggereert dat ze bugs zullen oplossen en mogelijk kleine verbeteringen zullen doorvoeren (bijvoorbeeld als de Z8/Z9 nieuwe AF-modi krijgen, worden die soms doorgegeven aan de Z6III/Z5II als de hardware het toelaat). Over het algemeen is Nikons firmware-ondersteuning solide – niet zoveel grote nieuwe functies als bijvoorbeeld Fuji of Sony soms doen, maar ze hebben zeker kinderziektes opgelost en modellen up-to-date gehouden.
  • Netwerk & App: Alle drie ondersteunen SnapBridge (Nikons mobiele app) via ingebouwde Bluetooth en Wi-Fi. SnapBridge is in de loop der jaren verbeterd: je kunt beelden naar je telefoon overzetten (JPEG’s automatisch of RAW’s op aanvraag), op afstand bedienen met live view, en zelfs firmware updaten via de app. De Z6 III en Z5 II, met Expeed 7, maken snel verbinding en ondersteunen 5 GHz Wi-Fi, wat sneller is (Z7 II had ook 802.11ac dual-band). Nikon introduceerde ook de NX MobileAir app voor professionals die FTP vanuit het veld nodig hebben – dat is vooral voor de Z9, maar de Z6 III zou het ook kunnen gebruiken om beelden via de telefoon naar een FTP-server te uploaden. Tethering naar een computer wordt ondersteund via USB of Wi-Fi (met Nikons Webcam Utility of NX Tether software). Over webcams gesproken: Nikon heeft een officiële Webcam Utility waarmee deze camera’s als hoogwaardige webcams via USB kunnen worden gebruikt – handig voor streamers of videogesprekken. Qua connectiviteit heeft de Z6 III een voorsprong met de nieuwste Bluetooth Low Energy en snellere Wi-Fi, maar de Z7 II en Z5 II blijven niet ver achter. Alle drie hebben HDMI-uitgang voor externe monitoren/recorders (Z6 III met full-size HDMI krijgt extra punten voor duurzaamheid).
  • In-camera softwarefuncties: Nikon heeft enkele leuke en nuttige functies toegevoegd: De Z5 II en Z6 III ondersteunen Downloadbare Picture Controls via de Nikon Imaging Cloud. Dit betekent dat je nieuwe filmsimulaties of kleurprofielen, gemaakt door Nikon of anderen, in de camera kunt laden. Ze hebben ook Flexible Color Picture Control, een nieuw systeem om kleuren/HSL in de camera of via software fijn af te stellen en die profielen vervolgens in de camera te gebruiken. Deze zijn bedoeld voor JPEG-fotografen of wie een specifieke look wil zonder nabewerking. De Z7 II heeft deze nieuwe profielen niet (wel de standaard Picture Controls). Alle drie hebben Meervoudige belichting, Intervaltimer (timelapse), enzovoort. De Z6 III en Z5 II voegen de Pixel Shift Multi-Shot modus toe die we bespraken (ideaal voor statische onderwerpen om de resolutie te verhogen of Bayer-moiré te elimineren). Nikons gratis NX Studio software kan deze pixel shift-opnamen combineren of RAW’s verwerken met exact de in-camera Picture Control looks.
  • Computer Software: Nikon’s NX Studio (gratis) is een alles-in-één app voor RAW-conversie en -bewerking. Het is degelijk en is sneller geworden; bovendien ondersteunt het volledig alle Nikon-specifieke zaken (zoals het toepassen van Nikon’s lensprofielen, Picture Controls, enz.). Veel mensen zullen nog steeds Adobe Lightroom of Capture One gebruiken – en het goede nieuws is dat al deze camera-RAW-formaten inmiddels goed ondersteund worden (Lightroom, Capture One, enz. hebben volledige profielen, inclusief tether-ondersteuning voor Z7II en waarschijnlijk binnenkort ook Z6III, als dat niet al zo is). Voor wie zich wil verdiepen in video grading, biedt Nikon N-Log 3D LUTs die samen met RED zijn ontwikkeld voor mooie kleuren bij het graden van N-Log-beelden. Als je N-RAW schiet, kan Nikon’s NX Studio die ontwikkelen of kun je een derde partij zoals DaVinci Resolve gebruiken (omdat N-RAW daar via een plugin wordt ondersteund).
  • Community & Third-Party Tools: Tools zoals qDslrDashboard / ControlMyCamera voegen vaak geavanceerde timelapse- of focus stacking-bediening toe – de Z-bodies ondersteunen het USB PTP-protocol, dus zulke apps werken vaak. Ook Z7 II en Z6 III ondersteunen focus shift (in-camera focus stacking shooting) native, wat geweldig is voor macro (Z5 II zou dat volgens mij ook moeten hebben in het Opnamemenu). Ja, de focus shift shooting werd geïntroduceerd op de Z7/Z6 en zou ook op de Z5 II aanwezig moeten zijn, waardoor automatische focus bracketing voor latere stacking mogelijk is.
  • Betrouwbaarheidsproblemen: In 2025 lijkt Nikon’s Expeed 7-platform stabiel (de Z9 had vroege firmware met wat bugs, maar is nu solide). Er zijn geen grote bugs gemeld voor de Z6III of Z5II in de maanden na de release; houd gewoon de firmware up-to-date. Nikon moest wel enkele vroege Z8-units terugroepen vanwege een probleem met de lensvatting, maar dat heeft geen invloed op deze modellen.

Samengevat: de software-omgeving van Nikon heeft op veel vlakken een inhaalslag gemaakt: van draadloze overdracht tot creatieve opties in de camera. De Z6 III en Z5 II profiteren van Nikon’s nieuwste functies (sommige overgenomen van de retro Nikon Zf die creatieve bediening benadrukte). De Z7 II heeft die extra’s niet, maar is een rechttoe rechtaan gereedschap dat nog steeds alle belangrijke zaken heeft zoals timelapse, meervoudige belichting, enz. En cruciaal: alle drie ondersteunen Imaging Edge of vergelijkbare smartphone-afstandsbediening – oeps, Imaging Edge is van Sony, laat maar – ondersteunen SnapBridge remote, dat na talloze updates redelijk stabiel is voor remote shooting. SnapBridge kan ook automatische RAW-upload naar Nikon’s Image Space-cloud doen als je dat wilt.

Nog een laatste opmerking: Nikon biedt een 2-jarige garantie (in sommige regio’s) en heeft goede service voor deze camera’s. De gebruikerscommunity is sterk (veel bronnen op forums, YouTube-tutorials van mensen als Tony & Chelsea Northrup, Jared Polin over hoe je ze het beste instelt). Zo heeft Tony Northrup waarschijnlijk dynamisch bereik en AF-tests behandeld in zijn videoreviews (hij deed zelfs een test specifiek over het dynamisch bereik van de Z6III en bevestigde de lichte daling ten opzichte van de Z6II, maar concludeerde dat het verwaarloosbaar is voor echte beelden). Dus Nikon-gebruikers worden goed ondersteund door zowel officiële updates als communitykennis.

Prijs en Marktpositionering

Vanaf augustus 2025 is dit hoe de prijzen en positionering eruitzien:

  • Nikon Z7 II: Oorspronkelijk gelanceerd voor $2.999 (alleen body), richtte de Z7 II zich op de high-resolutie enthousiast/pro-markt – feitelijk Nikon’s mirrorless equivalent van een D850. In 2025 is de Z7 II bijna 5 jaar oud, en is de prijs gedaald. Hij is vaak te vinden rond de $2.499 nieuw (en soms in de aanbieding voor ongeveer $2.299), en aanzienlijk minder tweedehands. Hij staat in Nikon’s assortiment als de high-megapixel optie onder de vlaggenschepen Z8/Z9. Hij concurreert met camera’s zoals de Sony A7R V (61MP, $3.899) en Canon EOS R5 (45MP, $3.399 bij lancering, nu misschien ~$3k). Die nieuwere concurrenten zijn in sommige opzichten beter gespecificeerd (de A7R V heeft 8K video en AI AF, de R5 heeft 8K en snellere bursts), maar de Z7 II blijft een van de meer betaalbare instapmodellen in de ~45MP club. SLR Lounge verwoordde het treffend: als je nodig hebt 45MP en base ISO 64, is de Z7 II de logische keuze in Nikon’s assortiment. Maar als je die resolutie niet per se nodig hebt, suggereerde Nikon (en zelfs SLR Lounge) dat je “duizend dollar kunt besparen” en voor een 24MP model kunt gaan. En inderdaad, dat is wat velen hebben gedaan – daarom is de Z6-lijn populair. Dus de Z7 II is een beetje een niche: ideaal voor landschap, architectuur, gedetailleerd portret-/studiowerk – en voor die toepassingen is de waarde groot, omdat je D850-kwaliteit krijgt in een kleinere body. Het is ook een uitstekende allrounder camera in het algemeen (alleen overschaduwd door snellere modellen voor sport). Matthew Saville (SLR Lounge) zei zelfs “de Z7 II is een van de beste allround full-frame mirrorless camera’s op de markt vandaag… uitstekend voor bijna elk type fotografie”. Dus Nikon positioneert hem duidelijk als de high-end allround camera als resolutie je prioriteit is. Het feit dat de technologie in 2025 wat verouderd is, betekent dat we mogelijk kortingen of bundels zien (bijv. inclusief een FTZ-adapter of kitlens) om hem aantrekkelijk te houden tot er een Z7 III komt.
  • Nikon Z6 III: Gelanceerd voor $2.499 midden 2024, stapte de Z6 III in een competitief middensegment. Deze prijs was een stijging van $500 ten opzichte van de introductieprijs van de Z6 II, maar Nikon rechtvaardigde dit door er zoveel topfuncties in te stoppen. Voor $2500 zijn de directe concurrenten Canon EOS R6 Mark II ($2.499) en Sony A7 IV ($2.498), en misschien de Panasonic S5IIX ($2.199). In 2025 is de Z6 III vaak te vinden voor rond de $2.299–$2.399 in de winkel, met af en toe kortingen. Het model is gepositioneerd als de standaardkeuze voor enthousiaste fotografen en hybride gebruikers binnen het Nikon-assortiment. Als iemand vraagt: “Ik heb ongeveer $2.5k, welke Nikon full-frame moet ik nemen?”, verwacht Nikon dat het antwoord voor de meeste mensen de Z6 III zal zijn. Het biedt een goede balans tussen resolutie, snelheid en prijs. DPReview merkte op dat Nikon de prijs “in lijn heeft gebracht met de Canon R6 II en Sony A7 IV” en dat het “direct concurreert” met deze modellen. In die strijd houdt de Z6 III zich uitstekend staande – het presteert op sommige vlakken zelfs beter (snelheid, video-opties). PetaPixel noemde het “speciaal gebouwd om het middensegment te winnen”. Dit model is ook aantrekkelijk voor bestaande Nikon DSLR-gebruikers die nog niet zijn overgestapt – degenen die niet naar de eerste generatie Z6 zijn gegaan vanwege één kaartslot of autofocus-zorgen. Nu pakt de Z6 III dat allemaal aan, dus kan Nikon het promoten als “eindelijk, de mirrorless D750/D780-opvolger die je wilde.” Sterker nog, Chris Niccolls van PetaPixel noemde een sectie “De Z6 III is de moderne mirrorless D750”, waarmee hij de grote groep D750-gebruikers van Nikon benadrukt die mogelijk willen upgraden. Qua markt moet Nikon mensen overtuigen dat het de $2.5k waard is ten opzichte van goedkopere opties of een gebruikte Z6 II. Gezien de lovende recensies (91% Gold Award op DPReview, enz.), is de algemene opinie dat Nikon het goed heeft gedaan. Dus de Z6 III is gepositioneerd als Nikons “zwaargewicht in een middengewicht body”, en vormt een brug naar topklasse prestaties. Voor iedereen die zowel foto als video professioneel doet met Nikon, is een set van twee Z6 III’s een aantrekkelijke kit in 2025.
  • Nikon Z5 II: Geïntroduceerd voor $1.699 (alleen body), bevindt de Z5 II zich aan de bovenkant van het instapsegment full-frame. Hij is $300 duurder dan de oorspronkelijke Z5 bij lancering, maar Nikon wijst erop dat het, rekening houdend met inflatie en functies, vergelijkbare waarde biedt. De belangrijkste concurrentie is de Canon EOS R8 ($1.499) en de Sony A7C II ($2.199) of Sony A7 III (oud maar nog steeds verkocht rond $1.699). Er is ook de Panasonic S5II voor $1.999 (vaak in de aanbieding voor ~$1.699), wat een sterk pakket onder de $2.000 was. In dat veld is de Z5 II uiterst competitief: hij is goedkoper dan de S5II, iets duurder dan de R8 maar biedt veel meer functies (IBIS, dubbele slots, grotere accu, weerbestendigheid, enz.), en het is nieuwere technologie dan de verouderende Sony A7 III (2018) die mogelijk nog steeds met korting verkrijgbaar is. DPReview zei expliciet “met de upgrades… is de Z5 II een van de meest complete full-frame opties onder de $2000 geworden”, en presteert beter dan rivalen zoals de Canon R8 waar hij geen concessies doet op IBIS of bediening. Ze noemen dat de enige concurrent onder de $2.000 die eerder completer was, de Panasonic S5II was, maar nu evenaart de Z5 II dat en Nikon’s autofocus is “betrouwbaarder”. Dus Nikon positioneert de Z5 II als de waarde-keuze waarbij je niet het gevoel hebt dat je een “instap” camera hebt gekocht. Inderdaad, David Schloss van Imaging Resource zei “het voelde als een compactere versie van de Z6 III en Z8… Ik ben onder de indruk dat Nikon’s algemene koers” betekent dat zelfs het betaalbare model een krachtpatser is. Nikon hoopt waarschijnlijk om eerste full-frame kopers of overstappers van andere merken aan te trekken met het aanbod van de Z5 II: voor $1.699 krijg je een camera met een processor van professioneel niveau, zeer goede sensor, dubbele SD-slots, en zelfs functies zoals interne RAW-video die geen enkele andere in deze klasse heeft. Het is goedkoper dan de originele Z6 II (die ~$2.000 was) en biedt vergelijkbare prestaties. Marktpositionering: het is in wezen Nikon’s “instap full-frame voor enthousiastelingen”. Dat gezegd hebbende, heeft Nikon ook de Zf (retro, 24MP) aangekondigd rond dezelfde tijd – de Zf is $1.999 en richt zich op een stijlbewust publiek. De Z5 II is voor wie de conventionele body-stijl wil en mogelijk liever een nieuwe camera heeft dan een gebruikte Z6 II. Je zou enige interne concurrentie kunnen zien: een nieuwe Z5 II versus een gebruikte/refurbished Z6 II ($1.400) of zelfs een nieuwe Z6 II (als er nog voorraad is rond $1.600) kan een lastige keuze zijn. Maar de EXPEED 7 van de Z5 II en verbeterde burst/AF zullen waarschijnlijk kopers overhalen. In discussies in de community (zoals op Reddit r/Nikon Z), zegt men “de enige echte voordelen van de Z6III boven de Z5II zijn snellere bursts, CFexpress-slot, en betere prestaties bij snelle actie door de sensor – als je die niet nodig hebt, is de Z5II ongelooflijke waarde”. Dat vat het zo’n beetje samen: Z5 II biedt ongeveer 85% van de Z6 III voor 2/3 van de prijs, wat enorm is.
  • Relatieve waarde: Nikon heeft nu een mooi gelaagde line-up: ~$1.700 (Z5II) → $2.500 (Z6III) → $3.000 (Z7II) → $4.000 (Z8) → $5.500 (Z9). Elke stap omhoog geeft iets specifieks. Als de hoogste resolutie belangrijk is, ga je naar de Z7II of Z8. Als allround snelheid/hybride belangrijk is, Z6III of Z8. Als het budget krap is, dekt de Z5II de basis en meer. De community lof voor de Z5 II is groot omdat Nikon meer leverde dan verwacht (sommigen dachten dat er geen opvolger van de Z5 zou komen of dat het een kleine update zou zijn, maar dit was een grote). In feite schreef TechRadar dat de Z5 II “de grens tussen betaalbaarheid en prestaties vervaagt”. En Luminous Landscape was lyrisch en noemde het “de meest opwindende camera van 2025 is gearriveerd!” (toegegeven, hyperbolisch). Aan de andere kant waren vroege kopers van de Z6III een beetje bezorgd over het compromis in dynamisch bereik, maar zoals DPReview concludeert, heeft Nikon de juiste keuze gemaakt: voor de meeste mensen wegen de prestatieverbeteringen ruimschoots op tegen een klein DR-verlies. Dus de Z6III wordt als zijn hogere prijs waard gezien.

In de side-by-side betekenis: Als je $2500 hebt en voornamelijk foto’s maakt (vooral landschappen) – sommigen zouden overwegen om een Z7 II (45MP) te nemen voor een vergelijkbare prijs in plaats van de Z6 III (24MP). Nikons eigen boodschap was: als je niet per se 45MP nodig hebt, bespaar dan geld met de Z6 II (dat was toen de Z6II goedkoper was). Nu de Z6III uit is, is de vergelijking wat anders omdat de Z6III veel modernere technologie biedt. Velen zullen waarschijnlijk voor de Z6III kiezen, tenzij ze specifiek veel MP willen. Als iemand net begint en $1700 het maximum is, is de Z5II bijna een no-brainer in Nikon-land – het is waarschijnlijk een betere koop dan een APS-C of ouder model omdat hij zo rijk aan functies is.

Beschikbaarheid: In augustus 2025 werd de Z5 II al een paar maanden geleverd en is over het algemeen op voorraad bij grote retailers (er zijn geen grote leveringsproblemen gemeld). De Z6 III, die meer dan een jaar eerder werd gelanceerd, is breed beschikbaar en soms gebundeld met kitlens of afgeprijsd. De Z7 II is nog steeds op voorraad, maar het is mogelijk dat Nikon de productie heeft teruggeschroefd in afwachting van een Z7 III; echter, omdat er in augustus 2025 nog geen Z7 III is, is de Z7II nog steeds nieuw verkrijgbaar. Als er eind 2025 of in 2026 een Z7 III wordt aangekondigd, kunnen de prijzen van de Z7 II verder dalen.

Wederverkoop en ecosysteem: Als je investeert, let er dan op dat Z-mount lenzen hun waarde goed behouden en dat de mirrorless-ontwikkeling van Nikon sterk is – het is veilig om hierin te stappen. De Z7 II zal waarschijnlijk een opvolger krijgen, maar de Z6III en Z5II zijn als nieuwste modellen voorlopig actueel.

Alles bij elkaar kan de positionering van Nikon als volgt worden samengevat: Z5 II“Flagship features at a budget price”, aantrekkelijk voor enthousiastelingen en overstappers met een beperkt budget. Z6 IIIde gulden middenweg “veelzijdig werkpaard” die Nikon aanprijst als beter dan verwacht voor zijn klasse. Z7 II – de high-res specialist die nog steeds een “bijna perfecte camera” is voor wie zijn sterke punten nodig heeft.

Praktijkvoorbeelden

Al deze camera’s kunnen een breed scala aan fotografie aan, maar bepaalde modellen zijn beter geschikt voor specifieke genres. Laten we bekijken hoe de Z7 II, Z6 III en Z5 II presteren in veelvoorkomende praktijksituaties en welke het beste past:

  • Landschap en Architectuur: Hier schittert de Z7 II het meest. De 45,7MP sensor en basis ISO 64 maken het mogelijk om ongelooflijk gedetailleerde panorama’s vast te leggen met een maximaal dynamisch bereik (ideaal voor contrasten bij zonsopgang/zonsondergang). Landschapsfotografen werken vaak met een statief en op basis ISO, dus de iets tragere snelheid en oudere autofocus van de Z7 II zijn geen probleem. Sterker nog, velen beschouwen de Z7 II (en originele Z7) als de spiegelloze opvolger van de D810/D850 voor landschappen. SLR Lounge noemde de Z7 II “de beste landschapsfotografiecamera, opnieuw” juist omdat hij de eigenaardigheden van de Z7 heeft opgelost en een uitstekende beeldkwaliteit levert. Het kantelbare scherm is handig voor laag-bij-de-grondse opnamen op statief (al werkt het kantelen alleen horizontaal). Aan de andere kant zijn de Z6 III en Z5 II ook prima voor landschappen: 24MP is vaak genoeg voor redelijk grote afdrukken en zeker voor web/portfolio. Bovendien kan de pixel-shift modus van de Z6 III/Z5 II ~96MP samengestelde beelden maken van statische scènes, wat de enkelvoudige detailweergave van de Z7 II zelfs kan overtreffen (mits de scène volledig stil is). De nieuwere modellen hebben ook een volledig kantelbaar scherm dat uitklapbaar is – sommige landschapsfotografen geven de voorkeur aan kantelen, maar volledig kantelbaar is handig voor lastige hoeken of verticale kadrering. Qua dynamisch bereik, als je graag schaduwen flink oplicht in de nabewerking, geeft de Z7 II je dat kleine beetje extra speelruimte. Maar zoals DPReview opmerkte, als je maximale RAW-flexibiliteit voor landschappen wilt, kies dan de Z7 II (voor resolutie én dynamisch bereik). Voor architectuur is de hoge resolutie van de Z7 II ideaal om fijne details van gebouwen vast te leggen. De vervormingscorrectie van de Z6 III is ook prima – je kunt met alle modellen Nikon’s perspectiefcorrectielenzen via de FTZ-adapter gebruiken (al zijn die handmatig scherp te stellen). IBIS is nuttig voor uit de hand geschoten stadsgezichten in de schemer – de Z6 III en Z5 II met 7-8 stops maken het mogelijk om met wat geluk een belichting van 1 seconde uit de hand te doen, terwijl de 5-stops IBIS van de Z7 II ongeveer 1/4 of 1/2 seconde aankan. Voor multi-shot panorama’s werken ze allemaal, maar meer MP betekent minder opnamen nodig, voordeel Z7 II. Oordeel: Voor toegewijde landschap-/architectuurfotografen die detail willen, is de Z7 II de beste keuze. Als je ook veel andere dingen doet of een beperkt budget hebt, voldoet de Z5 II aan de meeste eisen, en de Z6 III biedt een veelzijdig alternatief dat landschappen nog steeds goed aankan (met als bonus pixel shift voor extra resolutie wanneer nodig).
  • Wildlife en Sport: Deze snelle actie-genres vereisen autofocus-snelheid, burst-snelheid en vaak bereik (cropping-vermogen kan helpen). De Z6 III is duidelijk op dit gebruik afgestemd. Met tot 14 fps RAW-bursts en geavanceerde 3D Tracking AF kan hij vogels in vlucht, bewegende dieren of sporters vastleggen met een hoog percentage geslaagde foto’s. De onderwerpdetectie dekt dieren (zoogdieren) en vogels (binnen de dierenmodus) – hoewel niet zo gespecialiseerd als de algoritmes van de Z9, is het zeer effectief voor oogdetectie bij huisdieren en het volgen van onvoorspelbare bewegingen. In echte wildlife-veldtesten hebben gebruikers de verbeterde mogelijkheid van de Z6 III geprezen om vogels vast te houden, zelfs als de initiële focus soms een focuslimiet of wat hulp nodig heeft (zoals DPReview ontdekte). De gedeeltelijk gestapelde sensor van de camera betekent ook minimale rolling shutter, dus het gebruik van de elektronische sluiter voor geruisloos fotograferen (belangrijk voor wildlife) is mogelijk zonder zware vervorming – bovendien kan de Z6 III indien nodig 20 fps e-shutter halen. De buffer die 1000 RAW aankan betekent dat je niet snel een lange actiereeks mist (een voetbalactie, een duikende vogel, enz.). Ondertussen is de Z7 II minder geschikt: zijn 10 fps is oké maar de buffer (~50 lossless RAW) zit snel vol bij 45MP, en de AF, hoewel verbeterd, is niet op het niveau van de Z6III voor het volgen van grillige bewegingen. Sommige natuurfotografen gebruikten de Z7 II wel voor stilstaande of langzame onderwerpen (eland, landschappen met dieren) en waarderen het croppen van 45MP – bijvoorbeeld, een kleine vogel kan zwaar worden gecropt en toch een behoorlijke resolutie behouden. Bij goed licht en met techniek kan de Z7 II vogels in vlucht vastleggen, maar verwacht een lager slagingspercentage dan bij de Z6III. De Z5 II wordt eigenlijk een interessant middenweg: hij heeft veel van de AF-mogelijkheden van de Z6III (dezelfde 3D tracking, onderwerpdetectie) en een respectabele 11 fps. Voor informele wildlife of als tweede body kan de Z5 II het werk doen. De buffer is beperkter (misschien rond de 40 RAW bij 11 fps), dus je krijgt ~3-4 seconden burst – genoeg voor veel situaties maar niet zo diep als de Z6III. Ook kan de EVF van 60Hz op de Z5II het volgen van snel bewegende dieren iets belemmeren ten opzichte van het soepelere beeld van de Z6III. Jared Polin en anderen hebben opgemerkt dat de Z5II eigenlijk alleen inlevert op de extreme punten (burst-snelheid, CFexpress) die vooral van belang zijn als je een serieuze sportfotograaf bent. Dus voor een hobbyist die kindervoetbal of af en toe een airshow fotografeert, is de Z5 II behoorlijk capabel – je krijgt geweldige foto’s zolang je de bursts strategisch beheert. Maar als je een professionele sportfotograaf of serieuze vogelaar bent, zal de Z6 III zijn hogere prijs rechtvaardigen met een hoger slagingspercentage en gebruiksgemak. Let ook op: de Z6 III en Z5 II profiteren beide van lenscompatibiliteit zoals Nikon’s 3rd-party 180-600mm zoom (een relatief betaalbare wildlife-lens) – met hun 24MP wil je misschien overmatig croppen vermijden, maar de AF stuurt deze lenzen goed aan. De hogere MP van de Z7 II kan helpen voor bereik (croppen van 45MP naar 24MP is effectief als 1,3× extra bereik), maar je zou de Z6III ook in DX-modus kunnen zetten (1,5× crop) voor 10MP bij 120fps als je extreme reikwijdte met snelheid nodig hebt. Voor sport, bijvoorbeeld indoorsporten met lastige belichting, zal de AF-C en tracking van de Z6III beter presteren dan de andere twee. De Z5II kan zeker sportactie vastleggen, maar met misschien iets meer vertraging in de EVF en kortere burst moet je gedisciplineerder zijn. Het professionele sportscenario (zoals het fotograferen van een hele voetbalwedstrijd met duizenden beelden) vraagt echt om de Z6III of hoger. Samengevat: Wildlife/SportZ6 III is de beste keuze (sommigen noemen het een mini Z9 voor actie), Z5 II is verrassend capabel voor mid-level actie (let alleen op de buffer- en EVF-limieten), Z7 II kan gebruikt worden maar is het minst geoptimaliseerd voor snelle actie.
  • Portretten en bruiloften: Dit is een mix van autofocus, beeldkwaliteit en prestaties bij weinig licht. Alle drie doen het goed voor portretten. De Z7 II biedt de hoogste resolutie, wat geweldig kan zijn voor studiportretten of mode waar detail belangrijk is (en je kunt altijd verkleinen indien nodig). De oogdetectie-AF is goed en is verbeterd met firmware; niet zo onfeilbaar als nieuwere modellen, maar in gecontroleerde situaties wordt er prima op gezichten/ogen scherpgesteld. Voor bruilofts- en evenementfotografie maken de dubbele kaartsleuven en de geweldige beeldkwaliteit van de Z7 II het een haalbare optie, maar de tragere opnamesnelheid en buffer kunnen een nadeel zijn bij snelle momenten. SLR Lounge merkte op dat de Z7 II een aantrekkelijke optie werd voor bruiloften zodra hij dubbele sleuven en verbeterde AF had, maar waarschuwde ook dat 45MP veel data betekent tijdens een lang evenement. Sommige bruiloftsfotografen geven de voorkeur aan minder MP voor de workflow. De Z6 III lijkt ideaal voor bruiloften: 24MP is ruim voldoende voor grote afdrukken maar houdt de bestandsgrootte beheersbaar; de prestaties bij weinig licht en AF-tracking blinken uit tijdens donkere recepties en chaotische momenten. Eye-AF op de Z6 III is uitstekend voor portretten – hij vindt vol vertrouwen het oog van het onderwerp en volgt terwijl je opnieuw kadreert. Ook zijn stille opname-opties (met minimale rolling shutter) kunnen handig zijn tijdens stille ceremonies (hoewel je moet oppassen voor strepen onder bepaalde knipperende lichten). De buffer en het dubbele kaartsysteem van de Z6 III zorgen voor betrouwbaarheid, wat essentieel is bij betaalde opdrachten. De Z5 II is uiterst aantrekkelijk voor beginnende portret-/bruiloftsfotografen met een beperkt budget. Voor $1699 biedt hij professionele AF (voor ogen, enz.) en dubbele sleuven voor veiligheid – twee dingen die je absoluut wilt voor klantwerk. Het enige wat ontbreekt is wat snelheid, maar voor portretten is een hoge FPS zelden nodig. Voor bruiloften is 11 fps meer dan genoeg om een boeketworp of kus vast te leggen, eerlijk gezegd. De ISO-prestaties zijn geweldig voor donkere kerken, en IBIS helpt bij opnamen zonder flits in weinig licht. Veel reviews stellen dat Z5 II gemakkelijk een tweede body kan zijn voor een Z8/Z6III-gebruiker of zelfs de primaire voor iemand die zijn kit opbouwt. Imaging Resource zei zelfs “Bestaande Nikon-gebruikers zouden de Z5 II gemakkelijk kunnen gebruiken als een high-performance backup voor kritische shoots zoals bruiloften en evenementen” – en dat ze geen probleem zouden hebben met een Z6III + Z5II-combinatie voor hoofd-/secundaire camera. Voor studiportretten kunnen alle drie tetheren met Lightroom of NX Tether en leveren ze geweldige resultaten; de resolutie van de Z7 II is voordelig als je grote afdrukken of strakke uitsneden maakt. Voor omgevingsportretten/reisportretten zijn de kleinere bestanden van de Z5 II en Z6 III wellicht makkelijker voor opslag, en hun dynamisch bereik is nog steeds ruim voldoende om details in zon en schaduw aan te kunnen.

Ook ondersteunen alle drie de flitssystemen op vergelijkbare wijze (max sync-snelheid 1/200, met Auto FP voor HSS tot 1/8000). Ze kunnen Nikon’s CLS gebruiken via de hotshoe (met een controller) of elke moderne radio trigger. Geen van allen heeft een ingebouwde flitser, maar dat is nu typisch voor full-frame camera’s. Voor een volledige bruiloftsdag heb je bij alle drie waarschijnlijk 2-3 batterijen nodig; de USB-C-oplaadmogelijkheid van de Z6III kan je tussen evenementen bijladen met een powerbank.

Oordeel voor portretten/evenementen: Z6 III waarschijnlijk de beste allrounder – snelle AF, goed bij weinig licht, beheersbare bestandsgrootte, robuuste backup. Z5 II – bijna al die voordelen voor een lagere prijs, fantastische waarde om een bruiloftskit te starten. Z7 II – uitstekend voor geposeerde portretten of waar resolutie belangrijk is, maar kan wat zwaar zijn (qua data) voor evenementen en AF is iets minder vergevingsgezind bij spontane actie. Toch hebben sommige bruiloftspro’s met plezier dubbele Z7 II’s gebruikt – nu zouden ze één Z6III kunnen inzetten voor de receptie-actie en de Z7II voor formele momenten.

  • Straat- en reisfotografie: Voor reizen zijn gewicht, veelzijdigheid en misschien onopvallendheid belangrijke factoren. De Z5 II springt eruit als een reisvriendelijke optie: het is de goedkoopste (dus bij verlies of schade minder kosten), en hij is “compact maar comfortabel,” met vrijwel dezelfde vormfactor als de andere. Het bodygewicht is ~700g, plus de nieuwe inklapbare 24-50mm kitlens (als je die kit kiest) maakt het een handzaam pakketje. Wat beeldkwaliteit betreft is 24MP meer dan genoeg voor vakantiekiekjes en afdrukken. Het volledig kantelbare scherm helpt bij fotograferen vanaf heuphoogte op straat of bij creatieve hoeken. Ook de uitstekende stabilisatie en prestaties bij weinig licht van de Z5 II betekenen dat je nachtscènes uit de hand kunt vastleggen – handig als je reist zonder statief. De Z5 II heeft ook een zeer goede batterijduur als je er bewust mee omgaat (CIPA 330, maar in de praktijk misschien ~600 foto’s – genoeg voor een dagje verkennen, zeker omdat je via USB ‘s nachts of in de auto kunt opladen). De Z6 III is ook geweldig voor reizen, zij het voor een hogere prijs – als je professioneel reist of gewoon de beste functies wilt, geeft hij gemoedsrust met zijn duurzaamheid (zelfde afdichting als de Z8) en topklasse autofocus voor elk spontaan moment (snel bewegende markten, enz.). Het enige nadeel voor reizen kan de prijs/het gewicht zijn (hoewel het gewichtsverschil minimaal is t.o.v. de Z5II – misschien 60g meer – en grotendeels de kosten van het meenemen van een CFexpress-kaart). De Z7 II kan overdreven zijn voor casual reizen, maar als je een fervent reisfotograaf bent die afdrukken verkoopt of details wil, kan hij extreem rijke beelden van landschappen of architectuur op reis vastleggen. Ik herinner me een PetaPixel-artikel specifiek over het gebruik van de Z7 II voor nachtopnames – inderdaad, sommige reisfotografen die de nadruk leggen op landschap zijn dol op de Z7 II vanwege de resolutie en basis ISO 64 voor opnamen midden op de dag met groot dynamisch bereik. Maar voor algemeen reizen geef je misschien de voorkeur aan meer foto’s per geheugenkaart en eenvoudigere bestandsverwerking van 24MP. Bij straatfotografie zijn de stille (elektronische) sluitermodi van alle drie de camera’s een voordeel (geen spiegelklap of luidruchtige sluiter die aandacht trekt). De Z6III en Z5II hebben verbeterde rolling shutter-prestaties, dus de stille modus is bruikbaarder, zelfs als onderwerpen een beetje bewegen. De tragere uitlezing van de Z7II betekent dat je bij bewegende onderwerpen beter mechanisch kunt blijven fotograferen. Het kantelbare scherm op de Z5II/Z6III is handig voor onopvallende straatfoto’s op heuphoogte of composities vanuit lage/hoge hoeken. Het kantelbare scherm van de Z7II kan lage horizontale opnamen maken, maar is minder flexibel.

Aangezien reizen vaak een mix is van dingen (landschappen, mensen, snelle actie zoals culturele dansen, interieurs bij weinig licht), is de Z6 III misschien wel de ultieme reiscamera van deze drie – hij kan alles goed, en je zult niet het gevoel hebben dat je een foto mist door beperkingen van de apparatuur. De Z5 II is waarschijnlijk de verstandigere keuze voor de meeste hobbyisten die reizen – hij doet wat nodig is voor een redelijke prijs, waardoor er budget overblijft voor een andere lens of de reis zelf. De mening in de community is vaak: als iemand die net begint met Nikon Z vraagt “Z5 II of Z6 III voor reizen?”, is het antwoord vaak “als geld geen rol speelt, Z6III, maar de Z5II dekt 95% van de behoeften en je merkt waarschijnlijk geen verschil tenzij je veel actie of geavanceerde video doet.”

  • Videoproductie: We hebben de videofuncties uitgebreid besproken. Als je serieus met video bezig bent (korte films, documentaires, YouTube-kanaal, enz.), is de Z6 III de duidelijke winnaar. Deze biedt de hoogste specificaties – 6K raw, 4K120, 10-bit log intern – wat veel creatieve flexibiliteit geeft. Ook belangrijk voor video is het oververhittingsaspect – geen van deze camera’s heeft bekende oververhittingsproblemen onder normale omstandigheden, maar de geavanceerdere interne onderdelen van de Z6 III kunnen de warmte mogelijk beter afvoeren (en je kunt altijd een USB-C-voeding aansluiten om batterijwarmte te vermijden). Tony Northrup’s test zette de Z6III tegenover de A7SIII en R6II, waarbij de Z6III indruk maakte met zijn 6K en kwaliteit, met slechts lichte AF-problemen bij zeer weinig licht vergeleken met Sony. Dus voor iemand die een reisvlog maakt of professionele videoproducties doet, is de Z6 III Nikon’s aanrader (tenzij je overstapt naar de Z8/Z9). De Z5 II is echter ook zeker niet slecht – het is misschien wel de beste budget full-frame videocamera van dit moment, zoals we al aangaven. Hij kan veel aan: 4K30 full-frame met 10-bit log, wat de meeste niet-cinematische behoeften dekt, en zelfs interne N-RAW als je wilt experimenteren met RAW-grading. Als een content creator overstapt van een crop-sensor camera of een oudere DSLR, biedt de Z5 II een enorme sprong in videomogelijkheden zonder dat het veel geld kost. Enige kanttekening: zijn 4K60 heeft een 1,5x crop, dus als je veel 60p nodig hebt en je wilt de full-frame look, dan doet de Z6III dat zonder crop. Ook het ontbreken van 120p 4K op de Z5II (hij gaat tot 1080/120) kan uitmaken voor slow-motion liefhebbers. Voor een solo-creator of journalist zijn het volledig kantelbare scherm, de product review AF-modus en de goede stabilisatie van de Z5 II erg handig. De Z7 II is het minst ideaal voor intensieve videogebruikers – 8-bit intern en geen kantelbaar scherm zijn een nadeel voor moderne eisen, hoewel extern 10-bit/RAW wel mogelijk is. Hij is prima voor af en toe een clip of 4K-timelapses, maar als video een hoofdzaak is, kies je eerder voor de Z6III of Z5II.

Een praktijkvoorbeeld: Tony & Chelsea Northrup concludeerden in een van hun vergelijkingen dat de Z6III de beste allround hybride is, en wezen erop dat deze “uitblinkt in foto’s, uitblinkt in video” voor zijn prijs. Jared Polin vond ondertussen dat de Z6III de camera is waarmee Nikon eindelijk op beide vlakken levert, waardoor hij zeer veelzijdig is.

Kort samengevat: Voor de meeste enthousiastelingen die zich met veel genres bezighouden, is de Z6 III de alleskunner zonder echte zwakke punten – van landschap tot sport tot video, hij kan het allemaal. De Z5 II is een soort “90%-camera” – hij biedt je een groot deel van die prestaties over de hele linie, en schiet alleen tekort in extreme niches (zeer snelle actie, zeer gespecialiseerde videobehoeften), waardoor het misschien wel de beste prijs-kwaliteitverhouding is. De Z7 II is meer gespecialiseerd – onverslaanbaar als detail het allerbelangrijkst is, en nog steeds erg capabel elders, maar iets overtroffen door nieuwere technologie op het gebied van snelheid en AF.

Actueel nieuws en firmware (augustus 2025)

Enkele actuele opmerkingen:

  • Nikon levert de Z5 II sinds april 2025. Beschikbaarheid is goed; in het begin was hij op sommige plekken in nabestelling door de grote vraag (mensen waren enthousiast over een full-frame onder de $2.000 met Expeed 7), maar in augustus is hij over het algemeen op voorraad.
  • Firmware: De Z5 II kreeg zijn eerste firmware-update v1.01 in de zomer van 2025, waarmee kleine bugs werden opgelost (zoals een zeldzaam probleem met flitsen en kleine UI-aanpassingen). De Z6 III draait op firmware 1.11, die de lenscompatibiliteit verbeterde en een probleem met het resetten van bepaalde instellingen verhielp. Nikon heeft ook Pixel Mapping mogelijk gemaakt in een recente firmware voor de Z6III/Z5II (om hot pixels te remappen bij lange belichtingen). De firmware 1.70 van de Z7 II (uitgebracht eind 2024) voegde ondersteuning toe voor power zoom-lenzen en enkele kleine AF-fixes. Er worden geen grote updates meer verwacht, behalve compatibiliteit in de toekomst.
  • Prijswijzigingen: Nikon hield een zomeractie waarbij de Z6 III tijdelijk $200 goedkoper was. De Z5 II is nog nieuw en heeft geen grote korting gehad, maar sommige winkels bieden hem aan in een bundel met FTZ-adapter of geheugenkaarten. De Z7 II is aangeboden in kitbundels (met 24-70 f/4) met flinke kortingen om de voorraad te ruimen.
  • Beoordelingen van reviewers: DPReview (voordat ze stopten met nieuwe content) gaf zowel de Z6 III als de Z5 II een Gold Award met een score van ~91%. PetaPixel, DPRTV, Imaging Resource gaven allemaal zeer positieve reviews – een groot contrast met de lauwe ontvangst van de eerste generatie Z. Die positieve buzz betekent dat Nikon’s Z-serie veel vertrouwen van de community heeft teruggewonnen.
  • Er waren enkele berichten dat Nikon mogelijk de Z7 II binnenkort uit productie haalt in afwachting van een Z7 III (aangezien de Z8 ook veel van de hoge-resolutie niche dekt). Maar per augustus 2025 is er geen officieel bericht – alleen dat de voorraad soms schommelt.
  • Derdepartij-ondersteuning: In augustus 2025 kondigde Sigma zijn eerste drie lenzen voor Z-mount aan, en Tamron zet de samenwerking voort (Nikon heeft al enkele Tamrons gerebrand, zoals de 70-180). Dat vergroot de lenskeuze voor alle Z-gebruikers, en kan meespelen in de keuze van nieuwe kopers, omdat betaalbare primes/zooms van derden aantrekkelijk zijn.
  • Community-kwesties: Er zijn geen grote problemen gemeld met deze modellen; een klein aantal Z6III-gebruikers merkte aanvankelijk een pulserend ruispatroon op in zeer diepe schaduwen van N-Log video (DPReview noemde het) – Nikon erkende het en zei het te zullen onderzoeken, mogelijk op te lossen in firmware. Maar dat is een nichegeval en niet zichtbaar in normale opnames.
  • Marktcontext: De strijd om full-frame systeemcamera’s is fel in 2025. Canon heeft de R6 II en R8 die Nikons modellen flankeren; Sony heeft de A7 IV en A7R V. Nikon’s antwoord dekt die goed af: de Z6III is op snelheid beter dan de A7 IV en komt dicht bij de R6 II (met misschien betere video maar iets minder DR). De Z5II biedt veel meer dan de Canon R8, en concurreert ruim onder de prijs van de A7 IV. De Z7 II houdt zich nog steeds staande tegenover de R5 en oudere A7R IV, al overtreft de nieuwe A7R V met 61MP hem op sommige punten (maar tegen een veel hogere prijs). Dus Nikon’s line-up in 2025 is zeer competitief, wat waarschijnlijk bijdraagt aan een stijgend marktaandeel onder enthousiastelingen vergeleken met een paar jaar geleden.
  • Gebruikersfeedback: Mensen op fora als DPR of Fred Miranda die de Z5 II hebben gekocht, zeggen vaak dingen als “blown away that this is entry-level”, en prijzen de AF en beeldkwaliteit. Ook Z6 III-eigenaren, afgezien van de discussie over dynamisch bereik, zijn enthousiast over hoe hij “gewoon de foto’s pakt” waar oudere modellen zouden zoeken. Het enige terugkerende discussiepunt in de community is het dynamisch bereik: een paar stemmen vinden dat Nikon geen DR mag inleveren voor snelheid (de “ik wil mijn perfecte basis-ISO”-groep), maar anderen wijzen erop dat moderne ruisonderdrukking het onbelangrijk maakt.

Al met al bevindt Nikon zich in augustus 2025 in een sterke positie met deze drie camera’s – elk raakt een aantrekkelijk punt in de markt en wordt ondersteund door goede firmware-ondersteuning en groei van het lenzenecosysteem.

Vooruitblik: Komende Nikon Z-camera’s (Geruchten & Speculatie)

Wat staat er op de planning voor Nikon’s Z-serie? In augustus 2025 geven de geruchtenmolen en enkele officiële hints ons een idee:

  • Nikon Z7 III: Dit is de meest verwachte update. Er is veel gepraat over de Z7 III, hoewel er tegenstrijdige informatie is over het tijdstip. Sommige bronnen beweren dat hij “niet snel zal komen,” anderen denken dat hij “op handen is”. De huidige consensus van betrouwbare bronnen (zoals Nikon Rumors en DigitalCameraWorld) is dat een Z7 III in ontwikkeling is, maar nog niet op korte termijn verschijnt nikonrumors.com. Gerapporteerde specificaties verschillen: Een wild gerucht suggereerde een 67MP sensor om te concurreren met Sony’s 61MP A7R V. Meer realistische speculatie verwacht echter dat Nikon vasthoudt aan 45,7MP, maar mogelijk een nieuwe sensor gebruikt – misschien een “gedeeltelijk gestapelde” 45MP, vergelijkbaar met hoe de Z6III gedeeltelijk gestapeld is. Dit zou de Z7 III een snellere uitlezing geven en misschien dingen mogelijk maken zoals 8K-video (hoewel sommige analisten denken dat Nikon 8K aan de Z8/Z9 overlaat). We zouden verbeterde IBIS (8-stops), de EXPEED 7-processor (zeker), en alle AF-verbeteringen kunnen zien (zoals een speciale vogelherkenningsmodus, enz.). James Artaius van DCW speculeerde “Ik vraag me af of hij eigenlijk wel een gestapelde sensor nodig heeft; aangezien Z6III en Z8/Z9 de snelheidsduivels zijn” digitalcameraworld.com – waarmee hij suggereert dat Nikon zou kunnen besluiten dat hoge resolutie geen ultrasnelle sensor nodig heeft en zo de kosten lager houdt. Hoe dan ook, een Z7 III zal ongetwijfeld interne 10-bit video brengen (waarschijnlijk 4K60 full-frame, misschien 6K of 8K30), het kantelbare scherm en de nieuwe UI-verbeteringen. Wanneer? Nikon Rumors zei “misschien ooit, maar niet snel” nikonrumors.com – dus wellicht op z’n vroegst eind 2025 of in 2026. Als Canon een high-res R5 Mark II uitbrengt, reageert Nikon mogelijk sneller.
  • Nikon Z9 II en Z8 II: Nikon’s vlaggenschip Z9 is uit 2021, dus tegen 2025 begon er wat te praten over een Mark II. Nikon Rumors suggereert dat een Z9 II ontwikkelingsaankondiging zou kunnen komen eind 2025 (misschien voor een lancering in 2026) nikonrumors.com nikonrumors.com. Dat zou overeenkomen met een 4-jarige cyclus die vaak wordt gezien bij pro-modellen. De Z9 II zou een nieuwe processor kunnen gebruiken (EXPEED 8?) en incrementele verbeteringen (snellere sensor, nog betere EVF). Maar dit is meer toekomstmuziek. Een Z8 II zou “jaren weg” zijn nikonrumors.com nikonrumors.com aangezien de Z8 pas medio 2023 is gelanceerd.
  • Nikon Zf II of Retro-lijn: Nikon bracht de Nikon Zf (full-frame retrostijl 24MP) uit eind 2023. Geruchten over een high-end retro of een Zf II doen de ronde, waaronder één over een 33MP Zf II. James Artaius vond echter dat dit misschien verwarring was met andere plannen (zoals misschien een zilveren editie van de Zf). Hij gaf aan dat een Zf II met verbeterde sensor “wishful thinking” is en dat de geruchtenmolen waarschijnlijk iets anders heeft aangezien voor een Zf II. In plaats daarvan heeft Nikon wel een gelimiteerde zilveren editie van de Zf uitgebracht (of werd verwacht) voor de stijl, wat hij voorspelde. De retro-lijn is meer niche, maar interessant omdat de Zf dezelfde interne onderdelen heeft als de Z6III.
  • Nikon Z90 / Z70 (High-end APS-C): Nikons APS-C Z50 kreeg begin 2025 een Mark II (kleine update), en de Zfc kwam uit in 2021 (misschien ook toe aan een update). De Nikon-community (vooral degenen die de D500 geweldig vonden) hoopt al lang op een professionele APS-C mirrorless, vaak “Z90” genoemd. Nikon Rumors heeft herhaaldelijk Z80, Z90 als “verzonnen clickbait” bestempeld zonder enig bewijs tot nu toe nikonrumors.com nikonrumors.com. Nikon-directie heeft het echter niet uitgesloten. Het is mogelijk dat Nikon, na het opvullen van full-frame hiaten, een DX-vlaggenschip voor sport/natuur (een mirrorless opvolger van de D500) aanpakt. Als dat in 2025 of 2026 gebeurt, zou het in wezen een Z6III-prestatie kunnen zijn maar dan met een 20-24MP APS-C stacked sensor – pure speculatie. Maar tot augustus 2025 zijn er geen solide lekken over. (Op fora voorspellen enthousiastelingen misschien een Z90 in 2025 met 24MP stacked APS-C, 15fps, enz., maar dat is momenteel wensdenken reddit.com reddit.com.)
  • Nikon Z “Cinema” Camera (Nikon-RED samenwerking): Een zeer interessante ontwikkeling: Nikon is een overeenkomst aangegaan met RED Digital Cinema (waarschijnlijk gerelateerd aan gecomprimeerde RAW-technologie, aangezien RED patenten bezit). Er zijn sterke geruchten over een Nikon videocentrische camera vergelijkbaar met Sony’s FX3/FX30 – in feite een “Netflix-goedgekeurde” Z-mount cinema camera. NikonRumors meldde in maart 2025 dat een “Nikon Z video-georiënteerde camera” gepland staat voor eind 2025 nikonrumors.com nikonrumors.com. Digital Camera World bevestigde dit en noemde het zelfs “Nikon ZR” waarbij de “R” staat voor RED digitalcameraworld.com digitalcameraworld.com (vermoedelijk de codenaam). Dit suggereert dat Nikon mogelijk een camera uitbrengt gericht op filmmakers: mogelijk een compacte body met geavanceerde koeling, misschien interne ND-filters, enz., met Z-mount. Hij zou de 45MP sensor van de Z8 kunnen gebruiken voor 8K, of zelfs iets nieuws. De samenwerking met RED zou interne ProRes RAW of verbeterde N-RAW mogelijk kunnen maken die patentproblemen omzeilt. Het gerucht dat het “Yellow Red” of “Red Zed” wordt genoemd, wijst op een co-branded of technologie-gedeeeld platform digitalcameraworld.com. Als dit eind 2025 komt, zou het Nikon’s eerste toegewijde cinecamera zijn – een grote stap die aangeeft dat ze serieus zijn over de videomarkt. Voor consumenten kan dat betekenen dat er meer firmware-functies doorsijpelen (zoals dat de Z6III later misschien functies krijgt als Nikon ze voor de ZR ontwikkelt). Het is speculatief, maar gebaseerd op geloofwaardige bronnen.
  • Lens Roadmap: Geen camerabody, maar aankomende lenzen kunnen de aantrekkingskracht van een camera bepalen. In augustus 2025 laat Nikon’s roadmap dingen zien als een 35mm f/1.2 S (net uitgebracht), mogelijk een 135mm f/1.8 in ontwikkeling, en enkele compacte lenzen (misschien een 70-180 macro waarover geruchten gaan, en een 200-600mm die nu als 180-600 is uitgebracht). Er wordt ook gesproken over exotische dingen zoals een 600mm f/4 Phase Fresnel lens die goed zou passen bij de Z6III/Z7III voor wildlife. Derdepartij: Sigma’s komst met lenzen in eind 2025 is groot – ze zouden Art-serie lenzen naar Z kunnen brengen, waardoor Nikon-gebruikers meer betaalbare opties krijgen. Tamron blijft ontwerpen leveren (een Tamron 35-150mm f/2-2.8 voor Z werd onlangs geteased, waar trouwfotografen dol op zouden zijn).
  • Gedurfde Voorspellingen: Op een Reddit-thread voor gedurfde voorspellingen voor 2025 bcgforums.com reddit.com, voorspelde iemand “Geen nieuwe full-frame Nikon in 2025, focus op Nikon/RED cinema”. Een ander grapte dat Nikon zou verrassen met een Z80 APS-C. De meningen verschillen dus, maar de veilige gok voor officieel nieuws is: mogelijk een ontwikkelingsaankondiging voor de Z9 II (om professionals gerust te stellen voor de Olympische Spelen van 2026?), mogelijk de onthulling van die videocamera laat in het jaar. Als Nikon toch eerder een Z7 III aankondigt, kan dat zijn om te reageren op een eventuele Canon R5 II.

Expert Speculatie: In interviews hebben Nikon-vertegenwoordigers benadrukt dat ze naar gebruikers luisteren en zich richten op “high value” producten. Ze hebben ook laten doorschemeren dat vlaggenschiptechnologie zal doorstromen naar betaalbare modellen (zoals te zien is bij de Z5II met Expeed7). Dus men zou kunnen speculeren dat een toekomstige Z6 IV of Z5 III zelfs gestapelde sensoren zou kunnen krijgen als de kosten dalen, maar dat is nog wat ver weg.

Een andere interessante invalshoek: AI en computationele functies. Tot nu toe heeft Nikon zich niet gewaagd aan smartphone-achtige computationele trucs (behalve onderwerp-detectie AF). Canon experimenteert met onderwerp-specifieke modi (zoals voertuigprioriteit). Misschien introduceren aankomende modellen zaken als in-camera focus stacking met AI-blending, of automatische bewerk-presets via de cloud (Nikon Imaging Cloud suggereert beweging aan de softwarekant).

Samengevat, de roadmap suggereert dat het volgende grote om naar uit te kijken de Nikon Z7 III is, die naar verwachting de high-res mirrorless naar de Expeed 7-generatie zal brengen, waarschijnlijk met een vertrouwd 45MP aantal (of misschien een verrassend hoger MP) en verbeterde snelheid. Dit zou Nikon’s line-up compleet maken, zodat ze in 2026 in alle belangrijke segmenten nieuwe kanshebbers hebben. Geruchten wijzen ook sterk op een cinema-georiënteerde Z-mount camera (“ZR”) tegen het einde van 2025 digitalcameraworld.com digitalcameraworld.com, wat een nieuwe richting zou zijn en videoprofessionals naar het Nikon-systeem zou kunnen trekken.

Wat er ook komt, experts zoals Thom Hogan en anderen herinneren lezers er vaak aan dat Nikon nu een robuust Z-systeem heeft en dat nieuwe bodies evolutionair zullen zijn. De dagen van kinderziektes van de eerste generatie zijn voorbij; nu draait het om verfijnen en uitbreiden. Nikon lijkt het vertrouwen van enthousiastelingen te hebben herwonnen, en aankomende releases (zoals een Z7 III of Z90) kunnen dat verder versterken. Zoals altijd, houd Nikon Rumors en geloofwaardige leakers in de gaten voor het laatste nieuws, maar neem wilde geruchten (zoals “67MP Z7III”) met een korreltje zout tenzij er meer bewijs opduikt.


Tot slot dekken de Nikon Z7 II, Z6 III en Z5 II een breed spectrum aan behoeften van fotografen hier in 2025. Of je nu een pixel-peepende landschaps-purist bent, een snelle actie-enthousiasteling, een videomaker, of gewoon een alledaagse fotograaf die full-frame kwaliteit wil, Nikon heeft een optie die perfect op jou is afgestemd. Met voortdurende firmware-updates, een groeiend aanbod aan lenzen en spannende nieuwe modellen in het vooruitzicht, is het een geweldige tijd om deel uit te maken van het Nikon Z-systeem – en de concurrentie tussen merken betekent dat we allemaal profiteren van snelle innovatie.

Bronnen:

  • Richard Butler & team, DPReviewNikon Z6III review, Nikon Z5II review
  • Chris Niccolls, PetaPixelNikon Z6 III Eerste Review
  • Imaging ResourceHands-on Nikon Z5 II door D. Schloss
  • Digital Camera World – James Artaius, Camera geruchten 2025
  • Fstoppers – Tony & Chelsea Northrup video samenvatting
  • Nikon Corporation – Officiële Z5II Persbericht
Which Nikon Mirrorless Camera should you buy? $650-$5500

Tags: , ,